Ešenvalds: Passion according to St. Luke; A drop in the ocean; The first tears; Litany of the heavens. Ieva Parša (ms), Jānis Kurševs (t), Daumants Kainiņš (b) met het Lets omroepkoor en Sinfonietta Riga o.l.v. Sigvards Klava. Ondine ODE 1247-2 (68’09”). 2015
Ešenvalds: The doors of heaven. The first tears; Rivers of light; A drop in the ocean; The doors of heaven. Hannah Concenz (s) met het Portland staats kamerkoor en staat universiteits strijkers ensemble o.l.v. Ethan Sperry. Naxos 8.579008 (58’37”). 2016
Wie eenmaal Passion and Resurrection en kortere werken van de Letse componist Ēriks Ešenvalds (Sampson en Britten Sinfonia, Layton, Hyperion CDA 67796), en nu de opvolger daarvan, de bondige achtdelige Lucaspassie voor drie solisten en The doors of heaven heeft gehoord, kan niet anders dan onder de indruk raken van deze componist. Omdat hij behalve in Riga ook bij Richard Danielpour, Michael Finnissy en Jonathan Harvy studeerde, is het niet verwonderlijk dat hij bij voorkeur Engelse teksten gebruikt.
Zijn muziek heeft een bijzondere kracht, maar is gelukkig ook heel toegankelijk. Dat de componist steun vindt in een sterk Christelijk (Lutheraans) geloof en in de natuur, zoals vaker bij N. Europese toondichters, is duidelijk.
A drop in the ocean kende ik al van een opname van Richard Layton; blijkbaar is het populair omdat het telkens terugkeert. In dit werk zijn drie teksten gecombineerd: het Onze Vader (in latijn), het lievelingsgebed van Franciscus van Assisië en wat gebedsteksten van moeder Theresia. Naarmate dit heel mooie werk zijn einde nadert, wordt de muziek steeds extatischer.
Aan The first tears ligt een Inuït tekst ten grondslag. Het is een markant en verbeeldingsvol werk voor koor, pauken, campanelli, mondharp en fluitjes, waaraan een heel aparte textuur wordt ontleend. Daarna is de sfeervolle Litany of heavens op tekst van Fricis Bārda.
Dat Letland een geweldige koorcultuur heeft, was bekend; hier wordt het door de in Nederland bekende Klava nog eens bevestigd. De solisten zijn uit dat koor geselecteerd.
De tweede cd werd ver van huis in het Amerikaanse Portland gemaakt. De verrassing hier is dat de uitvoeringen een dusdanig hoog niveau hebben dat ze niet onderdoen voor die uit Riga.
Het noorderlicht diende als inspiratie voor Rivers of light dat slechts met een enkele mondharp wordt begeleid. De in de oorspronkelijke Sámi taal gezongen tekst is op volksmelodieën gezet.
De jonge soliste Hannah Concenz komt uit het studentenkoor uit Portland voort en heeft een heel mooie, heldere, gave inbreng. Ook het koor zelf levert een heel behoorlijke prestatie en het orkest presteert zeker niet minder. Bovendien toont dirigent Etan Sperry een goed gevoel voor dit idioom.