CD Recensies

EGGERT: MUZAK; NUMBER NINE VII MASSE

Eggert: Muzak; Number nine VII ‘Masse. Moritz Eggert stem) met het Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. resp. David Robertson en Peter Rudel. Neos 11730 (60’21”). 2010/2016

 

In de opname Song der Sängerin met werken van Moritz Eggert zijn Number Nine nr. I-III opgenomen (Wergo WER  6543-2), daarna kwam nr. VI, ‘A bigger splash’ met het Concertgebouworkest (RCA Live RCO 08003)  en intussen zijn wij hier bij nummer VII aangeland.

De muzikaal avontuurlijke, fantasievolle Eggert geniet intussen best enige bekendheid in Nederland want sommige fervente muziekliefhebbers zullen zich mogelijk ook herinneren aan de kameropera Caliban over een figuur uit Shakespeare’s The Tempest die de Nederlandse opera in de regie van Lotte de Beer en onder de muzikale leiding van Steven Sloane in maart 2017 door de Nationale Opera werd opgevoerd.

Het aantal werken van Eggert dat wordt opgenomen neemt gestaag toe.  Het begrip Muzak vertalen we ongeveer in termen als ‘lift- en warenhuismuziek’, als iets triviaals dat vooral niet te veel aandacht mag eisen. Maar Eggert vertaalt het als ‘een onderhuids en onberekenbaar verlangen dat inhoudelijk meer waarheid bevat dan heel wat academische muziek en dat ons het belang dat we leven positief bewust wil doen worden’.

De componist maakte daar in 2016 een wel 42’19” durende smeltkroes met toespelingen op en citaten van pop clichés, Straussachtige walsen, een scheutje Mahler, wat Amerikaans minimalisme en meer van. Het is alleen al aardig om de originelen nader te kunnen vinden en benoemen. De componist draagt vrijwel voortdurend met eigen stem sprekend en half zingend het nodige bij (de tekst staat in de toelichting). Het is zeker geen toeval dat het best   curieuze werk is opgedragen aan de herinnering van David Bowie.

Uit een ander feitelijk beter vaatje wordt getal in Number Nine: ‘Masse’ uit 2008. Daarin probeert de componist een antwoord te vinden op de Gretchen vraag: “Hoe moet ik anno nu voor orkest, een historisch belast medium, schrijven?”. Hij leverde oplossing in een 18 minuten durend werk waarin alle musici continu bezig zijn en de strijkers worden overspoeld door bijdragen van houtblazers, koperblazers en slagwerk. Dat aardig gelukt blijkt te zijn en interessante gevolgen heeft in een heel geslaagde uitvoering.