Enescu: Strigoli (Geesten); Pastorale fantasie. Rodica Vica (s., koningin), Tiberius Simu (t., Arald), Bogdan Baclu (b., Magus), Alin Anca (bs., verteller) met het Berlijns Omroepsymfonie orkest o.l.v. Gabriel Bebegelea. Capriccio C 5346 (56’53”). 2017

In dit oratorium in drie delen op tekst van de dichter Mihai Eminescu (1850-1889 die wordt beschouwd als de vader van de Roemeense taal koos hij voor een onderwerp uit de Roemeense mythologie over strigoi, gekwelde geesten uit het dodenrijk die levende mensen met magische eigenschappen kunnen worden en hun slachtoffers van het leven kunnen beroven maar ook alleen maar plagende kinderen kunnen worden. Niet zo vreemd in het wereldje van Dracula. 

In de verwarrende tijd van W.O. I raakte het manuscript van het onvoltooide Strigoli uit 1916 verloren maar werd het teruggevonden en voltooid door Cornel Tăranu.

Het romantische gegeven werd door de 35-jarige jarige en al componist al ver ontwikkelde Enescu op passende manier op muziek gezet en biedt een interessante kijk op zijn stijlontwikkeling die deels terugblikt op het gevestigde verleden, deels ook vooruitblikt op latere twintigste eeuwse ontwikkelingen.

Gabriel Bebeselea, de dirigent van de Nationale Roemeense opera en het Transsylvaans staatsorkest ging met een stel Roemeense zangers naar Berlijn om voor de eerste opname van Strigoli te zorgen. Het resultaat mag als geslaagd worden beschouwd. Vooral Rodica Vica maakt indruk als koningin bij deze nuttige aanvulling van de Enescudiscografie.

De nauwelijks bekende Pastorale fantasie uit 1899 is evenzeer erg welkom.