CD Recensies

ESCHER: KAMERMUZIEKWERKEN

Escher: Cellosonate ‘Sonata concertante’; Sonate voor solofluit ‘Sonata per flauto solo’ op. 16; Sonate voor soloklarinet; Fluitsonate. Resp. Godfried Hoogeveen (vc) en Sepp Grotenhuis (piano), Thies Roorda (fl), Céleste Zeewald (kl), Emily Beynon (fl) en Sepp Grotenhuis. Ottavo OTR C 50488 (62’58”). 2001/4
 
Na in zijn jeugd vijf jaar op Java te hebben doorgebracht, studeerde, woonde, studeerde en werkte de componist Rudolf Escher (1912 - 1980) in Rotterdam. Hij studeerde daar op Willem Pijpers instituut viool en piano. Net als zijn leermeester werd hij vooral door Franse muziek uit de tweede helft van de negentiende en de eerste twintig jaar van de twintigste eeuw geïnspireerd. Volgens Leo Samana in ‘Zeventig jaar Nederlandse muziek 1915-1985) behoort Escher, samen met Matthijs Vermeulen, Willem Pijper en Ton de Leeuw tot de belangrijkste Nederlandse componisten uit de twintigste eeuw.
Hij was nog geen dertig toen hij in 1943, midden in de ellende van W.O. II, beroemd werd met zijn ongeveer twintig minuten durende orkestwerk L’esprit en deuil waaraan hij, overweldigd door alle ellende die de oorlog met zich meebracht drie jaar had gewerkt. Hij moest tot 1947 wachten voordat het bij het Concertgebouworkest in première ging. Riccardo Chailly maakte er een gave opname van (Nederland Muziek NM 92048). Het werk is qua stemming enigszins vergelijkbaar met de Symphonie liturgique van Honegger uit 1945.
Maar er is zoveel meer van Escher en daarom is het goed dat Ottavo het initiatief nam om zich in een aantal afleveringen om Eschers kamermuziek te bekommeren. Dit is deel 2 daarvan. Gemeen hebben deze werken dat Escher in lange melodiebogen denkt en dat deze een rijke harmonie heeft.
Ook de spannende Cellosonate werd tijdens W.O. II in 1943 geschreven. De sonate voor solofluit uit 1949 speelt zich in wat rustiger vaarwater af, net als die voor soloklarinet uit 1973; De Fluitsonate behoort Tot Eschers laatste werken uit 1978. Deze werd alleen nog gevolgd door het Trio voor klarinet, altviool en piano.
Het valt te prijzen dat alle uitvoerenden zich met zoveel kennis van zaken en passie voor deze muziek inzetten en sommige ontwikkelingen uit de twintigste eeuwse muziek aan het licht brengen. Muziek, die gelukkig ook direct aansprekend is.
Andere Ottavo cd’s bevatten de Trio’s (Ottavo C92026), de Pianowerken (Ottavo OTR 90075), de Koorwerken (Ottavo OTR 92057) en de Liederen (Ottavo OTR 10176).