Erkel: Bánk Bán. Sándor Sólyom-Nagy, Erszébet Komlóssy, József Réti, József Simándy, Karola Agay met het Hongaars Staats operakoor en het Boedapest filharmonisch orkest o.l.v. János Ferencsik. Hungaroton HCD 11376/7 (2 cd’s, 2u 06’05”). 1990
Bekendheid kreeg de Hongaarse componist Ferenc Erkel (1810-1893) niet alleen doordat hij verantwoordelijk is voor het Hongaarse volkslied, maar ook door zijn nationale opera Bánk Bán uit 1848, maar ten gevolge van censuur pas in 1861 opgevoerd, is een werk gemaakt op libretto van Egressy. Erkel geldt als de vader van de Hongaarse nationale muziek.
In deze opera gaat het over corruptie en intrige aan het dertiende eeuwse hof waarin de patriot Bánk een belangrijke rol als bestrijder speelt. Andere handelende figuren zijn z’n vrouw Melinda, prins Otto en een weifelende koningin die tragisch aan haar einde komt.
De muziek heeft veel weg van de jonge Verdi. In de orkestpartij komen fraai obbligati van viola d’amore, althobo, harp en – typisch – cymbalom voor, net als de Hongaarse dansvorm verbunkos.
Voor de opname werden Hongaarse topsolisten uitgevoerd die geheel waar maken wat van hen wordt verlangd. Dat geldt met name voor tenor Simándy in de titelrol en de beide baritons.
De opname laat een niet altijd gunstige balans en soms nodeloze niveauverschillen horen. Jammer ook dat niet is voorzien in een volledige tekst met ten minste Engelse en Duitse vertaling.
Er is een (onbekend) mogelijk beter Hongaars alternatief van Tamás Pal op Teldec 2564-67436-4 uit 2001.