Enescu: Strijkkwartet nr. 1 in Es op. 22/1 en 2 in G op. 22/2. Ad Libitum kwartet. Naxos 8.554721 (73’34”). 1999
Enescu: Strijkkwartet nr. 1 in Es op. 22/1 en 2 in G op. 22/2. Athenaeum Enescu kwartet. CPO 999.068-2 (79’49”). 1992
Hoewel deze beide strijkkwartetten hetzelfde opusnummer dragen, ontstonden ze met een tussenpoos van dertig jaar.
Zoals eigenlijk alle werken van deze componist zijn deze verre van belangeloos, al blijven ze qua impressie en verbeelding wat achter bij bijvoorbeeld de opera Oedipe of het prachtige Dixtuor. Toch zijn ze allerminst te versmaden.
Want het uitvoerige eerste kwartet uit 1916/20 is een en al inventiviteit en geeft zijn geheimen niet bij eerste beluistering meteen alle prijs. Veel herinnert nog aan Brahms en alles steekt organisch in elkaar. Het tweede deel met allerlei effecten (o.m. sul ponticello) is vernuftig en de finale bestaat uit variaties op een marsthema.
Het stukken kortere tweede kwartet uit 1950/3 wat Enescu’s op één na laatste compositie met veel verwerkte volksmuziek, met name in het langzame deel en de finale. Het gaat om een hecht werk met pittig karakter.
Het Roemeense Ad Libitum kwartet is heel goed tegen de speeltechnische moeilijkheden van deze stukken opgewassen en zorgt voor toegwijde, rake vertolkingen die een betere indruk maken dan wat het Atheneum Enescu kwartet laat horen.