CD Recensies

ENESCU: DIXTUOR, OCTET, KAMERSYMFONIE, INTERMEZZI

Enescu: Octet in C op. 7; Dixtuor in D op. 14. Viotta Ensemble. Ottavo OTR C 20179 (59’14”). 1999-2001.

 

Enescu: Kamersymfonie op. 33; Intermezzi voor strijkorkest op.12/1-2; Dixtuor in D op. 14. Lausanne Kamerorkest o.l.v. Lawrence Foster. Claves CD 50-8803 (52’). 1987

 

Het Octet is voor dubbel strijkkwartet (1899/1900) heeft als bijzonderheid dat de vier delen samen in sonatevorm staan: het eerste als expositie, de doorwerking in de twee daarop volgende delen en de recapitulatie in de finale.

Het Dixtuor of Decet (1906) is geschreven voor een soort dubbel blaaskwintet, echter met in plaats van twee hobo’s eentje plus een althobo en het behoort tot Enescu’s mooiste weken. We kunnen genieten van veel vernuftig contrapunt en melodieën vol idyllische charme. Het melancholieke tweede deel is heel treffend. Vooral de finale is weer gekruid met Roemeense volksmelodieën.

Het plooibare, veelzijdige Viotta Ensemble telt in de maximale bezetting zo’n twintig leden, allen gerekruteerd uit het Concertgebouworkest wat meteen een garantie voor hoogwaardige kwaliteit. Geen wonder dan ook dat de voor de hand liggende combinatie van dit tweetal logisch bijeengebrachte werken optimaal is geslaagd.

Wat het Dixtuor betreft is er een interessant alternatief van het Lausanne Kamerorkest’ Interessant omdat hier ook de minder bekende Kamersymfonie voor 12 instrumenten – Enescu’s laatste werk (1954) dat door Mihalovici werd voltooid – en de beide Intermezzi voor strijkorkest (1902) waarvan geen andere opnamen bestaan aan bod komen. De Zwitserse opname laat zeer verzorgd spel horen, maar voor het Dixtuor heeft de Nederlandse opname kwalitatief ruim een neuslengte voorsprong.