Erkel: Hunyadi László. Dániel Pataky, Krisztián Cser, Beatrix Fodor, Attila Fekete, Gabriella Balga met het Honvéd mannenkoor, het Boedapest studiokoor en het Boedapest filharmonisch orkest o.l.v. Domonkos Héja. Brilliant Classics 2 CD 94869 (2 cd’s, 2u. 23’37”). 2012
Wanneer klopt wat Goethe beweerde, namelijk dat wie geen vreemde talen kent, ook zijn eigen taal niet kent, mag men niet aarzelen om zich bijvoorbeeld het Hongaars eigen te maken. De waarschijnlijk belangrijkste opera uit dat land. Het werk werd in 1843 geschreven, ongeveer gelijktijdig met Wagners Tannhåuser en geldt als de eerste, echt belangrijke Hongaarse opera.
Stilistisch speelt een folkloristische specialiteit, de verbunkos, een belangrijke rol. Het libretto van Egressy naar een toneelstuk van Tóth vindt zijn neerslag in een patriottische handeling spelend rond 1467 met als voornaamste dramatische personen koning László V van Hongarije en de weduwe van János Hunyadi, haar zoon Lászlo en diens broer Mátyás.
Domonkos Héja zorgt voor een uitvoering die het werk volledig recht doet en hij had daarbij de beschikking over een potent stel solisten.
Eerdere opnamen zijn er van Jànos Kovács (Hungaroton HCD 12581/2) uit 1985 en Adám Medveczy uit 1977 (dvd VL VLD 136).