Ferneyhough: Funérailles nr. 1 en 2; Bone alphabet; Unsichtbare Farben. Arditti kwartet. Stradivarius STR 33739 (49’26”). 2005
De Engelse componist Brian Ferneyhough (1943) werd door hoogmodernistische meesterwerken zoals de Pianosonate nr. 2 van Boulez geïnspireerd en gemotiveerd om zelf muziek te schrijven. Het gebrek aan duidelijke ideologie maakt zijn werk in dit opzicht optimistisch en is een antwoord op Tippetts vraag naar muziek die ‘ja!’ zegt in plaats van ‘nee’. Zijn emigratie naar Duitsland in de jaren zestig vorige eeuw droeg wellicht bij aan de afwezigheid van een nationale identiteit in zijn werk, maar betekende ook dat dat hij nu in continentaal Europa veel bekender is dan in de Engelssprekende landen.
Werken voor groot ensemble of solo-instrumenten zijn duidelijk virtuozer dan Funérailles I en II (1977/1980), maar de kracht van dit tweedelige werk voor instrumentaal ensemble ligt in het commentaar op zichzelf, waardoor mogelijkheden worden geschapen in de esthetische wereld van de componist.
Hij noemt het zelf een ‘zich voltrekkende ceremonie achter een gordijn of ergens ver weg’. Een gedempt en vaak homogeen ensemble van zeven strijkers en harp creëert samen een ritueel. Vervolgens reageren delen hiervan daarop of verwerpen het volledig en gaan op zoek naar naar nieuwe wegen.
Deze gecompliceerde compositievorm vergt een heel geconcentreerd luisteren. De kardinale principes van spanning en ontspanning bepalen nog alle noten, maar vaak werken ze tegelijk in verschillende delen tegen elkaar in, zodat een gevoel van continue actie ontstaat, zelfs bij een rustig tempo. Funérrailles II geeft het commentaar extra lagen – een akkoord dat in Funérailles I nog een poort naar een nieuwe richting was, wordt nu uitgebreid tot een passage van doorlopende actie.
De opname van het gespecialiseerde Arditti kwartet overtreft de première opname van Boulez (Erato ECD 88261, 4509-98496-2). Hier klinkt het werk wat langzamer en rustiger, bovendien fraaier opgenomen zodat het beter te volgen is.