Foerster: Vioolconcerten nr. 1 in c op. 88 en 2 in d op. 104. Ivan Zenatý met het BBC Symfonie orkest o.l.v. Jiri Belohlávek. Supraphon SU 3961-2 (65’17”). 2007

Laatromantisch idioom met een Boheemse basis is wat we te horen krijgen in dit tweetal vioolconcerten van Josef Bohuslav Foerster (1859-1951) die behalve als productief componist (met onder andere een mooie vierde symfonie en de opera’s Eva en De lantaarn op zijn naam) ook actief was als criticus en dichter.

De twee hier vastgelegde vioolconcerten dateren uit respectievelijk 1910 (toen Jan Kubelik de première in Chicago gaf) en 1926. Van dit laatstgenoemde werk had de componist al in 1917 en 1918 schetsen gemaakt, maar het werd dus pas veel later voltooid en is ook wat minder briljant, maar wel erg melodieus.

Het goede bij deze eerste kennismaking schuilt onder meer in wat blijken van oorspronkelijkheid. Dat betreft niet zozeer het te breed uitgesponnen eerste deel van concert nr. 1, maar de speelse wals uit dat werk en de stemmingswisseling van vrolijk naar melancholiek in de finale van nr. 2.

Ivan Zenatý blijkt over de zuivere intonatie, levendige expressiviteit en instelling te beschikken om deze muziek geheel recht te doen en de dirigent begeleidt overtuigend en warmbloedig.

Wie iets meer van Foersters symfonieën wil proeven, kan het Osnabrück symfonie orkest met Hermann Bäumer proberen: nr.1 en 2 op MDG MDG 632-1491-2, nr. 3 en 4 De avond voor Pasen op 632-1492-2 en nr. 5 met de Suite In de bergen op 632-1493-2.