Fučík: Einzug der Gladiatoren op. 68; Under the admirals flag op. 82; Mississippi River op. 160; Die Regimentskinder op. 169; Winterstürme op. 184; Der alte Brummbär 210 voor fagot en orkest; Florentiner Marsch op. 214; Mariarella op. 215; Donausagen op. 233; Hercegovac op. 235; Uncle Teddy op. 239; Miramare op. 247. Schots nationaal orkest o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHSA 5158 (79’56”). 2015
Met het overbekende Einzug der Gladiatoren en de Florentiner Marsch had Järvi in de jaren negentig op DG 453.586-2 en 480.4940 in 1996 al een voorzet voor dit programma gegeven. Daarmee deed hij Vaclav Neumann (Orfeo C 107201) met een toen vollediger en eigenlijk nog net wat mooier programma enige concurrentie aan.
De Boheemse componist Julius Fučík (1872-1916), leerling van Dvorak die zich in 1913 en stierf daar voortijdig op 44-jarige leeftijd. Hij was in de geest van de Strauss-dynastie een soort massaproducent van marsen, polka’s en walsen. Het bekendst daarvan is de mars Intocht van de gladiatoren uit 1899 die ook in allerlei arrangementen – voor harmonie orkest, orgel, fagotkwintet, trombonekwartet bijvoorbeeld – voortleeft en in de circuswereld nog steeds opduikt.
Van huis uit was Fučík violist, later schakelde hij over op fagot – wat prachtig te pas kwam voor de solo in Der Brummbär - en bekwaamde hij zich ook als slagwerker. Hij schreef pittige, energieke en animerende muziek met soms typisch Boheemse kruisritmen, fraaie melodieën voor het koper en veelal ook vol lyrische expressie. Wat dat betreft was hij veelzijdiger dan zijn Amerikaanse tijdgenoot Sousa.
Eens temeer toont Järvi als veelzijdige dirigent, beschikkend over een orkest met de juiste spirit dat hij een goede greep heeft op deze materie en hij profiteert van een erg levensecht klinkende opname.
Voor dvd enthousiasten en bewonderaars van Janine Jansen is er trouwens de opname van een Berlijns openlucht Waldbühne concert met het Berlijns filharmonisch, ook onder Järvi, waarin de Florentiner Marsch in vol ornaat met vioolsolo en vocale bijdragen van sopraan Marita Solberg en mezzo Ingebjorg Kosmo aan bod kwam: EuroArts 205.531-8.