CD Recensies

FARRENC: SYMFONIEËN NR. 1-3

Farrenc: Symfonieën nr. 1 in c op. 32, 2 in D op. 35 en 3 in g op. 36. Orchestre de Bretagne o.l.v. Stefan Sanderling. Pierre Verany PV 70030 (2 cd’s, 1u. 37’44”). 2001 

 

Farrenc: Symfonieën nr. 1 in c op. 32 en 3 in g op. 36. NDR filharmonisch orkest Hannover o.l.v. Johannes Goritzki. CPO 999.603-2 (66’12”). 1998

 

Van zichzelf heette de Franse componiste Louise Dumont, maar door haar huwelijk met Jacques Farrenc staat ze in de muziekgeschiedenis te boek onder haar mans naam. Ze werd in 1804 in Parijs geboren en overleed daar in 1875. Ze was leerlinge van Reicha.

Van 1842 tot 1873 was Farrenc pianodocente aan het Parijs’ Conservatorium en het spreekt vanzelf dat ze zelf ook nogal wat pianowerken schreef. Zij publiceerde een Traité des abbréviations, maar werd echt bekend door de Trésor des pianistes, een verzameling van oude en nieuwe pianomuziek die ze niet alleen samenstelde, maar ook zelf uitgaf.

Een keuze uit haar dertig Études op 26, Air russe varié op. 17, de Valse brillante op. 48, de Nocturne op. 49 en de Variaties over de cavatine ‘Nel veder la tua costanza’ uit Anna Bolena van Donizetti zijn opgenomen door Konstanze Eickhorst (CPO 999.879).

Haar drie symfonieën uit respectievelijk 1842, 1845 en 1847 blijken een aangename verrassing te zijn. Qua energie en structuur zijn ze even bevredigend als de symfonieën van haar Duitse collega’s Mendelssohn en Schumann. Ze blijken ook substantiëler te zijn dan de symfonieën van haar leermeester. Wie durft nog te beweren dat een vrouw geen goed doortimmerde symfonie kon schrijven.

Onbegrijpelijk eigenlijk dat deze werken volslagen onbekend zijn en wat goed dat we ze aan de hand van dit stel cd’s grondig kunnen leren kennen. In muzikaal opzicht doen beide nauwelijks voor haar onder, het is meer een kwestie of men ze alle drie wenst of aan twee genoeg heeft.