CD Recensies

FRANCOEUR/REBEL: PIRAME ET THISBÉ

Francoeur/Rebel: Pirame et Thisbé. Thomas Dollé (t., Pirame), Judith van Wanroij (s., Thisbé), Jeffrey Thompson (Ninus), Katia Vellétaz (Zoraïde) en Jean Teitgen (Zoroaste) met het koor van de Academie baroque en Stradivaria o.l.v. Daniel Cuiller. Mirare MIR 058 (2 cd’s, 2u. 20’14”). 2007

 

In 1720 kregen François Francoeur en Jean-Féry Rebel toestemming van het Franse hof waar ze in dienst waren om een reis naar Wenen en Praag en in 1726 produceerden ze samen de opera Pirame et Thisbé. Dat was het begin van een langdurige samenwerking tussen deze beide componisten.

Dit werk is een als een jeugdig uitstapje in de wereld van de post-Lully tragédie en musique door telgen uit twee muzikale dynastieën. Het werk had redelijk succes en werd tussen 1740 en 1771 nog viermaal opgevoerd. Het werk bleek zelfs zo’n succes dat er verschillende parodieën op werden gemaakt en dat de ‘air des Egyptien’ tot in de negentiende eeuw populair bleef als La carmargo.

Dit ontzettend aardige vergeten rococo werk wordt nu door barokviolist/dirigent Daniel Cuiller opnieuw tot leven gewekt. De muziek blijkt vol behoorlijke instrumentale muziek, onweerstaanbare monologen (bijvoorbeeld het zesde tafereel uit de tweede akte en de hele vijfde akte) en duetten te zitten.

Natuurlijk mankeert het ook niet aan exotische scènes voor Afrikanen, Moren en Aziaten plus de leeuw die Pyramus stuurt. Er zijn ook dreigende geluiden van onweer, storm en aardbevingen en een bezoek aan de onderwereld (vijfde tafereel uit akte nr. 2).

Toch is de opera in vergelijking met Lully nogal kleinschalig. Het gaat om een vijftal rollen en een vrij schaars, maar heel effectief gebruikt koor, een mooie continuo begeleiding plus pauken (maar geen trompetten) in de marsen, fluitsoli die Thisbé vergezellen, trombones voor Pyramus wanneer hij in de op een na laatste scène vergeefs tracht te sterven.

De heel sympathieke partijen van Thisbé en Zoraïde worden begripvol en warm van toon ingevuld door Judith van Wanroij en Katia Velletaz. Als Ninus vertolkt Jeffrey Thompson de zwakke kanten van die rol goed (bij toerbeurt minnaar, proleet en wrede despoot) terwijl Thomas Dollé een standvastige held neerzet en Jesn Teitgen een goedbedoelende vader Zoroaster met autoriteit in zijn stem.

De instrumentale kant is keurig verzorgd.