Falla: Noches en los jardines de España; El sombrero de tres picos; ‘Interludio y danza’ uit La vida breve; ‘Danza ritual del fuego’ uit El amor brujo. Maria Kodama (p) en Sophie Harmsen met het Suisse romance orkest o.l.v. Kazuki Yamada. Pentatone PTC 5186-598 (72’59”). 2016
Zoals zijn eerder gecomponeerde El amor bruto is El sombrero de tres picos (de driekanten steek) geworteld in een eerder muziektheaterstuk (El corregidor y la molinara of De magistraat en de molenaarsvrouw) dat Falla voor een Spaans publiek schreef.Het is gebaseerd op het boek El sombrero de tres picos van Pedro Antonio de Salarćon uit 1874 en behelst een korte episode op het platteland waar de magistraat (wiens symbool de hoed uit de titel is) naar de molenaarsvrouw verlangt, maar gefopt en te kijk gezet wordt.
Falla schreef aanvankelijk de muziek voor een klein ensemble en het stuk had in 1917 in Madrid een groot succes. Serge Diaghilev zag het daar en haalde Falla over om het te bewerken tot een grootschaliger geheel voor zijn Ballers russes.
Als zodanig ging het, gedirigeerd door Ernest Ansermet, in première in Londen met decor en kostuums van Picasso. De molenaarsvrouw werd gedanst door Lydia Sokolova en de molenaar door Leonid Massine, die ook fungeerde als choreograaf.
Massine deed onderzoek nar traditionele Spaanse dansen en drong samen met Diaghilev aan dat Falla de Spaanse elementen in de muziek vergrootte. Dat leverde een heel nieuwe jota als finale op en begeleidde een scène waarin de magistraat in een deken wordt gewikkeld en wordt omhoog geworpen door de plaatselijke bevolking.
Ook dit ballet was een groot succes met zijn kleurrijke verhaal en muziek, inclusief uitbundige ‘Olé’ kreten en een zwoele mezzosopraan. Geen wonder dat de oude opname van Ansermet met het Suisse romance orkest onder Ansermet en Teresa Berganza (Decca 466.991) lang als gouden standaard cd gold, gevolgd door Victoria de los Angeles en Frühbeck de Burgos (Warner 7243-567.587-2) en Jennifer Larmore met Barenboim (Teldec 0630-17145-2).
Bij hen voegen zich nu de Zuid Afrikaanse Sophie Harmsen en opnieuw het Geneefse orkest onder de gastdirigent Kazuki Yamada met een vooral gedetailleerd uitgewerkte, orkestraal virtuoze, haast te fijnzinnige vertolking.
In Noches speelt Mari Kodama een al even subtiele, vrij treffende rol, maar ook zij kan de grote meesteres Alicia de Larrocha (Decca 466.128-2) niet geheel doen vergeten. Het tussenspel uit La vida breve en de ‘Rituele vuurdans’ uit El amor brujo vormen fijne aanvullingen.
Deze uitgave moet vooral diegenen aanspreken en bevallen die precies dit programma aanstaat. Verder blijven de andere genoemde opnamen met enige voorrang nadrukkelijk in het geding.