Ferrari: Filmmuziek. ‘Sans ce jardin atroce’ en ‘Formule de l’au-delà’ uit Egypte ö Egypte; Loin de l’équilibre; Dernier matin d’Edgar Allan Poe; Les yeux de Mathieu; Cyclotron; Tinguely, Chronopolos. Sub Rosa SR 435 (3 cd’s, 3u., 41’22”). 2017
Alleen al de titels van de weken van de Parijzenaar Luc Ferrari (1929-2005) die niet alleen bekend werd met musigue concrète en tapemuziek, maar die ook ‘gewone’ pianowerken schreef en filmdocumentaires over Messiaen en Stockhausen maakte, is een de verbeelding stimulerend genoegen, louter afgaande op de titels. Hij moet een speelse en heel verbeeldingsvolle geest hebben gehad en beleefde duidelijk ook veel genoegen aan het combineren van allerlei zich in zijn oren daarvoor te gebruiken muziek.
In 1952 gebruikte hij in zijn Pianosuite niet alleen de verschillende stijlen van Stravinsky, Hindemith en Bartók, maar ook oude dansvormen als bourrée en gigue.
Dit is de volledige filmmuziek die hij tussen 1960 en 1984 als componist van elektronische muziek en musique concrète voortbracht ten behoeve van de filmmuziek: in totaal 8 lappen muziek met speelduren tussen de 12’29” voor Cyclotron en 73’01” voor Chronopolis. Ook al heeft men die films nooit gezien is de muziek daarbij best onderhoudend.
Voor een verdere verkenning van de componist kunnen de volgende opnamen worden aanbevolen: Exercises d’improvisation voor piano (Giro Longobardi, Stradivarius STR 33968), de Pianosuite, de Antisonate en de Suite hétéroclite , Visage nr. 1, Fragments d’un journal intime; Comme une fantaisie fite des réminiscences (diverse pianisten, Auvidis MO 782110), Chansons pour le corps nr. 1-5, Et si tout entière maintenant… (Mode 81), Petite symphonie intuïtive pour un paysage de printemps; Strathoven; Presque rien avec filles en Hétérozygote (BV Haast CD 9009).