Fasolo: Magnificat; Salve Regina, Ricercares, Canzoni en Fuga’s. Federico del Sordo (org, kl) In Dulci Jubilo o.l.v. Alberto Turco. Brilliant Classics 95512 (2 cd’s, 2u. 08’34”). 2016

Wat hier is samengebracht zijn 29 Annuale uit op. 8, in 1635 geschreven maar pas in 1645 gepubliceerd, van de Franciscaner monnik Giovanni Battista Fasolo (ca. 1598 - ca. 1680) die bestaan uit orgelwerken in diverse vormen en achtmaal een kort, nog geen zeven minuten durend gezongen Magnificat (achtereenvolgens in primi tot septimi toni).

De bedoeling van het werk was om te zorgen voor orgelmuziek voor het hele kerkelijke jaar ‘om alles te doen wat een organist moet doen om het hele jaar rond het koor te begeleiden’.

Meer dan een kunstzinnig project is het eerder een verzameling geschikt repertoire voor de liturgie in diverse vormen en soorten, waarbij opvallend de toccata ontbreekt.  

In zijn Fiori musicali uit 1635 nam Frescobaldi die wel mee.

Voor deze opname gebruikte Federico del Sordo twee historische orgels. Het ene is een Antegnati orgel uit ongeveer 1598 in de kathedraal van Verona (voor de Magnificats, het Salve Regina, de Ricercate en de Fughe sopra Girometta terwijl de Canzoni worden uitgevoerd op het Paolo Petri da Montefalco orgel in Trevi uit 1509. 

Daarmee is materiaaltechnisch aan alle voorwaarden voor een zeer heel verantwoord stel uitvoeringen voldaan. Gelukkig is het klinkend resultaat ook uitvoeringstechnisch en stilistisch heel geslaagd.

Organist Luca Scandali en het Ensemble Bella Gerit namen al andere delen uit de Annuale opera ottava in 2013 op (Tactus TC 590701).