CD Recensies

FAURÉ: BARCAROLLES NR. 1-13, ENDRES

Fauré: Barcarolles nr. 1 in a op. 26, 2 in G op. 41, 3 in Ges op. 42, 4 in A op. 44, 5 in fis op. 66, 6 in Es op. 70, 7 in d op. 90, 8, in Des op. 96, 9 in a ook. 101. 10 in a op. 104/2, 11 in g op. 105, 12 in Es op. 106bis, 13 in C op. 116. Michael Endres.  Oehms OC 466 (62’23”). 2017

 

De meeste pianowerken van Fauré zijn, net als zijn kamermuziek, vrij introspectief van aard. De keuze va n de vormen - nocturnes, barcarolles, préludes, impromptu’s - toont een zekere verplichting aan het verleden, aan  eerdere componistengeneraties. Chopin wat betreft dichterlijke concentratie en heldere manier van uiting en Liszt (die Fauré persoonlijk kende) voor de beweeglijke, grillige kleuring van zijn werk.

Fauré’s unieke eigen bijdrage was een harmonische avontuurlijkheid en een tendens tot onverwachte modulaties die iets rusteloos en onvatbaars veroorzaken.

De dertien (geluksgetal) Barcarolles bieden een staalkaart van een unieke kunstvorm. Wie deze Barcarolles van op. 26 tot op. 116 beluistert, maakt een bijzondere reis van een Gounod-achtige lyriek in nr. 5 tot de duisterder regionen van de laatste exemplaren waarin alle formaliteit lijkt te zijn verdwenen.

Er bestonden al heel goede opnamen van dit dertiental van Paul Crossley (CRD CRD 3422), Jean-Philippe Collard (EMI 585.261-2), Kathryn Stott (Conifer 75605-51751-2, 2 cd’s) en een minder geslaagde van Delphine Bardin (Alpha 16).

Nu meldt zich ook de Duitse pianist Michael Endres die veel aandacht schenkt aan de elegante, melodieuze kant van deze werken in zijn intiem klinkende voordracht. Telkens weer zorgt hij in alle rust en weloverwogen voor aangename verrassingen met zijn fijnzinnige voordracht, zorgvuldig elk zweem van sentimentalisering en gekunsteldheid vermijdend. Hij zorgt ook steeds voor een stevige verankering aan de baskant. Gelukkig is ook de opnamekwaliteit goed.

Zo ontstond een der betere versies van de Barcarolles.