CD Recensies

FRESCOBALDI: ORGELWERKEN EN MOTETTEN

Frescobaldi: Orgelwerken en motetten. Jesu rex admirabilis; Ave virgo gloriosa; O Jesu mi dulcissdime; ‘Sopra la bassa flammenga’ uit Libro di capricci I/5, ‘Toccata nr. 3 per l’elevazione’, ‘Gagliarde’, ‘Canzona nr. 4’, ‘Aria detta la Frescobaldi’, ’Toccata nr. 4’ uit boek 2; Peccavi super numerum; Tota pulchra est; ‘Toccata avanti la messa’ uit Messa della Madionna; ‘Canzon dopo la piatola’ uit Messa degli Apostoli; Toccata per l’elevazione; Ego sum qui sum; De ore prudentis procedit; Aria dello balletto; Vox dilecti mei pulsantis; Quam pulchra es; Fantasie nr. 1; Toccata con il contrabasso over pedale. Lorenzo Ghielmi (org) met La divina armonia. Passacaille 1044 (74’29”). 

 

Girolamo Frescobaldi werd in 1583 in Ferrara geboren. Hij studeerde daar bij Luzzasco Luzzaschi. Tegen 1607 was hij verhuisd naar Rome, waarbij hij beschermeling werd van kardinaal Bentivoglio en werd aangesteld als organist in de Santa Maria in Trastevere. Een jaar later, nadat hij de kardinaal had vergezeld op een reis naar de Lage Landen, keerde hij naar Rome terug en werd hij aangesteld als organist van de Sint Pieter. Die prestigieuze positie behield hij tot zijn dood in 1643, al werkte hij tussen 1628 en 1634 ook voor Ferdinand II de Medici.

Het grootste deel van Frescobaldi’s werken voor klavecimbel en orgel verscheen in zeven publicaties: twee gedrukte bundels met toccata’s en vijf boeken met andere werken, zoals canzones, ricercares, fantasieën en capriccio’s. Net als iemand als Sergio Vartolo (Naxos 8.553547/8 en Hank Knox (Atma 223184) is Lorenzo Ghielmi een expert in deze muziek.

Hij maakte daaruit een keuze van 15 orgelwerken en vulde die aan met 8 motetten uit Fiori musicali. Weloverwogen articulerend laat hij in de orgelwerken duidelijk de contrapuntische structuren horen en roept hij ondanks de specifieke eigenschappen van dat instrument een grote verscheidenheid en veel kleur op.

De Motetten worden hier gezongen door Alice Rossi en Federica Napoletani (s), Elena Carzaniga (a), Roberto Rilievi (t) en Alessandro Ravasio (bs) en werpen een mooi licht op een minder bekende kant van de componist, maar niet de interessantste. Onder de feitelijke titel Liber secundus Sacrarum modulatiomum maakte L’aura soave daar in 1998 een matig geslaagde volledige opname van (Tactus TC 580690-2). In zoverre heeft de nieuwe uitgave het voordeel van betere vertolkingen geheel aan zijn kant.