Franck: Prélude, choral en fugue M. 21; Vioolsonate in A M. 8 (bew. Cortot); Prélude, aria et final M. 23. Michael Korstick. CPO 555.242-2 (69’36”). 2017
César Francks Prélude, choral et fugue is een van de belangrijkste Franse pianowerken. Net zoals Liszt maakte Francks jeugdige verlangen om zijn virtuositeit te tonen plaats voor een meer beschouwelijk en volwassen geluid met een visionaire schoonheid en, soms, een extatische en zeldzame intensiteit.
De Prélude, choral en fugue draagt in verschillende opzichten het stempel van Liszt. Behalve op het gebied van de muzikale stijl en het zelfverzekerde gebruik van het hele sonore bereik van de vleugel, werd Franck duidelijk beïnvloed door het cyclische model van zijn oudere collega.
De twee hoofdthema’s van het werk - een dalende chromatische toonschaal die doet denken aan Bachs cantate Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen en een motief in vierkwartsmaat dat aan Wagners Parsifal refereert - komen in alle drie de delen terug, maar wel in verschillende context. Tenslotte worden ze uitontwikkeld op een manier die een weldadig gevoel van voldoening geeft.
Eerder maakten Alfred Cortot (Biddulph LHW 027), Artur Rubinstein RCA RD 85673), Sergio Fiorentino (APR APR 5563), Murray Perahia (Sony SK 47180), Stephen Hough (Hyperion CDA 66918), Bertrand Chamayou (Naïve V 5208) en Hans Minnaar (Cobra 0038) mooie opnamen van dit werk.
Nu toont ook Michael Korstick zich gevoelig voor de textuur en de uitwerking van dit werk, Hij combineert met een opvallende vingervlugheid en creëert heel mooie pianissimi, maar geniet ook van de pracht van de climaxen. Zo wordt de uiteindelijke climax aan het eind van de fuga iets spectaculairs.
Interessant genoeg combineert hij dit werk met de poging waarop Alfred Cortot de vioolpartij in de pianopartij van de Vioolsonate integreerde. We kenden deze sonate in bewerkingen voor cello en fluit, maar deze in nog uitzonderlijker en wordt knap vertolkt door Korstick. Dat daarna ook Prélude, aria et final mooi slaagde, is logisch.