Frescobaldi: Toccate, Capricci, Fiori musicali. Ensemble Arte Musica o.l.v. Francesco Cera. Arcana A 465 (7 cd’s, 8u. 19’16”). 2018
Girolamo Frescobaldi (1583 - 1643) was een van de invloedrijkste componisten in de Westerse muziekgeschiedenis. Hij had veel leerlingen, hij beïnvloedde tal van componisten (waaronder Bach) en werd veel nagebootst. Daarom was het nogal frappant dat er geen integrale opname van zijn werken bestond totdat Brilliant Classics daarvoor in 2010 voor ging zorgen (Brilliant Classics 94111, 15 cd’s).
Na zijn studie bij Luzzasco Luzzaschi verhuisde hij tegen 1607 naar Rome waar hij beschermeling werd van kardinaal Bentivoglio en een aanstelling kreeg als organist van in ce Santa Maria in Trastevere. Een jaar later, nadat hij de kardinaal had vergezeld op een reis naar de Lage Landen, keerde hij naar Rome terug en werd aangesteld als organist van de Sint Pieter. Die prestigieuze positie behield hij tot zijn dood in 1641, al werkte hij tussen 1628 en 1634 ook voor Ferdinand III de Medici.
Het grootste en belangrijkste deel van Frescobaldi’s werken voor toetsinstrument verscheen in zeven publicaties, twee gedrukte bundels met Toccata’s en vijf met andere genres, zoals Canzones, Ricercares, Fantasieën en Capriccio’s.
De Toccata’s worden gekenmerkt door het gebruik van contrasterende delen waartussen zich drastische tempowisselingen voordoen, evenals een verschuiving met metrische maatsoorten. De delen zijn losjes met elkaar verbonden en de componist zelf opperde om ze apart uit te voeren.
De Canzones zijn doorgaans decoratieve bewerkingen van liedmelodieën.De overige genres werden ontleend aan de traditie van het fijne contrapunt. Als spelaanwijzing gaf Frescobaldi vertolker de raad: ‘De manier van spelen moet …. nu eens traag, dan weer snel zijn of moet zelfs in de lucht blijven hangen…’.
Aan dat advies houdt Francesco Cera (ooit student van Gustav Leonhardt) zich goed met een weloverwogen articulatie zodat in de klavecimbelwerken de contrapuntische texturen duidelijk naar voren komen en in de orgelwerken van mooi vloeiend spel en fraaie kleuren sprake is.
In de ensemblestukken van de Fiori musicali heeft hij doorgaans de leiding, maar wordt in een enkel nummer vervangen door Andrés Montilla-Acurero en Walter Testolin. In het driedelige Magnificat horen we tenor Riccardo Pisano en bariton David Maria Gentile. Ook dat gedeelte klinkt mooi.
Sinds 2015 heeft Arcana ook een dubbelalbum met de Toccate d’intavolatura di cimbalo et organo uit 1637 door Rinaldo Alessandrini in de catalogus (Arcana A 388).
Zo wordt hier quasi terloops ook het vernieuwende karakter van Frescobaldi’s muziek duidelijk gemaakt.
De klavecimbeldelen van het hier bijeengebrachte moois werden gespeeld op een een kopie van een Nicolò Albana instrument uit 1584 en zijn opgenomen in de Sala della vigna di Belriguardo, het buitenverblijf van de hertogen d’Este, de orgelwerken zijn uitgevoerd op het Guglielmi orgel uit 1615 van de Santa Maria in Vallicella, Rome.