Finger: Sonates voor viool en b.c. nr. 53 in E RI. 132, 7 in A RI. 119, 9 in D RI. 129, 45 in Bes RI. 125, 46 in Bes RI. 124, 47 in F RI. 136, 23 in A RI. 120, 14 in b RI. 122a, 6 in A RI. 118, 54 in F RI. 137, 15 in D RI. 113, 51 in E RI. 134, 52 in E RI. 135. Duo Dorado. Chandos CHAN 0824 (78’00”).2016

Sinds hij in 2019 met enige opnamen uit zijn Doornroosjeslaap werd gewekt, kwam ineens Gottfried Finger (ca. 1655 - 1730) onder de aandacht van de op zoek naar nieuw repertoire zijnde muziekliefhebber. Hij werkte sinds 1685 lang aan het Londense hof van James II, maar hem hier te bestempelen als ’Bohemer in Londen’ klopt niet helemaal. Finger kwam namelijk uit Olomouc (beter bekend onder de Duitse naam Olmütz en dat is een stad in het Moravische deel van Tsjechië); hij leefde na zijn in onenigheid en teleurstelling eindigende Londense periode omdat een opera van hem niet voldoende gratie kreeg nog een poosje als freelance componist in Duitsland, waar hij in Mannheim stierf.

Hoeveel Sonates voor viool en b.c. hij schreef, kon ik niet gewaarworden, maar het moeten er minstens 55 zijn geweest. Het Duo Dorado van Hazel Brooks (v) en David Pollock (kl. org) koos daaruit een dertiental uit het manuscript dat onder nr. 31466 in het British Museum wordt bewaard.

Gezien zijn herkomst horen we in deze werken een mengsel van stijlen dat teruggaat tot Corelli, Biber, Purcell en Tsjechische volksmuziek. Hazel Brooks haalde het boven water en haar enthousiasme voor de vergeten componist straalt af van de heel barokgetrouwe uitvoeringen. Ze wordt vrij discreet en heel sympathiek op klavecimbel en kamerorgel begeleid door David Pollock.