Foulds: Dynamic triptych op. 88; April-England op. 48/1; Music pictures group III op. 33; The song of Ram Dass; Keltische suite op. 29. Peter Donohoe (p) met het Birmingham symfonie orkest o.l.v. Sakari Oramo. Warner 2564-62999-2 (60’58”). 2006

De Engelse componist John Foulds (1880 - 1939), die als cellist in het Hallé orkest speelde, was als componist een autodidact en werd lang genegeerd. Maar dankzij dirigenten als Sakari Oramo in zijn Birminghamse periode werd hij herontdekt en blijkt zijn muziek ook zeer de moeite waard te zijn. DE vijf werken op deze cd tonen de volle omvang van zijn talenten van het extatische en exotische tot het wilde en dichterlijke.

Soms klinkt zijn muziek als de late Richard Strauss, soms als Messiaen, maar feitelijk is hij steeds zichzelf. Zo laat hij laat hij in zijn Pianoconcert Dynamic triptych uit 1929 zijn romantische klankidioom opgaan in Indiase muziek, waarbij het gebruik van Oosterse melodieën opvalt. Het werk begint stormachtig, heeft een onderkoeld tweede deel en een uitgesproken ritmische finale.

Aan sfeer in de geest van Copland ontbreekt het niet in April-England en in Music pictures group III op. 33 uit 1912 worden we even herinnerd aan Sibelius Tapiola. Exotisch gaat het toe in The song of Ram Dass en de Keltische suite klinkt schitterend. Wat een prachtig beeld rijst hier op van een ongewone en innovatieve componist die een bijzonder licht werpt op een vergeten segment van het Britse muziekleven in de eerste 35 jaar van de vorige eeuw. Oramo’s missie is zeer geslaagd.