Ferneyhough: Sonates voor strijkkwartet nr. 1-24; Strijkkwartetten nr. 2 - 6; Adagissimo; Strijktrio’s 1994, 1995; Dum transisset nr. 1-4; Exordium. Claron McFadden (s) met het Arditti kwartet. Aeon AECD 1335 (3 cd’s, 3u., 00’27”). 2006-2012
Tussen de Britse componist Brian Ferneyhough (1943) en het eveneens in Engeland gevestigde Arditti kwartet rond primarius Irvin Arditti is een zekere jaren geleden begonnen symbiose tot stand gekomen. Op Strijkkwartet nr. 1 uit 1963 na heeft het alle daarna tussen 1980 en 2010 gecomponeerde werken voor strijkkwartet van hem opgenomen. Alleen Silentium uit 2014 ontbreekt.
Aan Strijkkwartet nr. 4 werkt Claron McFadden mee door een gedeconstrueerd gedicht van Ezra Pound te zingen. Wie naar deze werken luistert wordt zich snel bewust van het grote belang ervan dat in de buurt komt van de zes Strijkkwartetten van Bartók.
De componist schreef haast verbijsterend complexe muziek die hij voorziet van minutieuze aanwijzingen en die het uiterste vergen van de uitvoerenden. Geen ensemble dat ze zo volmaakt en autoritair speelt als het Arditti kwartet.
Ze beginnen terecht met de eerste exploratie die Ferneyhough ondernam in de wereld van het Strijkkwartet, de vierentwintig korte Sonates voor Strijkkwartet uit 1967 die samen 42 minuten duren. Een ander hoogtepunt is het vierdelige, 12’45 durende Dum transisset uit 2007 als deel van een omvangrijker kamermuziekwerk dat is gebaseerd op gambawerken van Christopher Tye (ca.1505 - ca. 1573). Exordium werd in 2008 gecomponeerd ter ere van de honderdste verjaardag van Elliot Carter.
Het bijzondere van de uitvoeringen door het Arditti kwartet is dat geen moment wordt vergeten dat achter de intellectualistisch complexiteit ook haast romantische gevoelens bestaan die moeten worden uitgedrukt.
Om deze werken goed te doorgronden, is herhaalde beluistering nodig, maar dat kan niet beter dan aan de hand van deze uitgave.