Fauré: De geheime Fauré II: Orkestrale en concertante werken. Berceuse voor viool en orkest in F op. 16; Romance voor viool en piano in Bes op. 28 (bew.); Ballade voor piano en orkest in Fis op. 19; Elegie voor cello en orkest in c op. 24; Suite Masques et bergamasques op. 112; Pavane voor koor en orkest op. 50; Allegro symphonique op. 68. Axel Schacher (v), Antoine Lederlin (vc), Oliver Schnyder (p) met het Bazels symfonie orkest o.l.v. Ivor Bolton. Sony 190759-3640-2 (66’28”). 2018
Fauré: De geheime Faure III: Gewijde vocale werken. Super flumina Babylonis; Cantique de Jean Racine op. 11; Messe des pêcheurs de Villerville; ‘Prélude’ uit La passion; Requiem op. 48. Katja Stuber (s), Anne Bierwirh (a), Mirko Ludwig (t), Benjamin Appl (b) en Stefan Geyer (bs) met het Balthasar Neumann koor en het Bazels symfonie orkest o.l.v. Ivor Bolton. Sony 194397-4379-2 (74’53”). 2019
Een wat vreemde, maar uitnodigende titel die Sony het drietal cd met een aardig in genres verdeelde keuze uit de werken van Fauré gaf, want zoveel geheims is er niet aan. Deel I was wat dat betreft interessanter met theaterwerken als Caligula, Pénélope en Shylock.
Veel composities zijn zelfs vrij bekend. Maar er zijn ook een een paar minder bekende tussendoor gestrooid, zoals in deel 2 de concertante werken en in deel 3 de Pavane voor koor, het Allegro symphonique en de koorwerken met uitzondering van het Requiem.
Of in deze reeks nog meer op stapel staat? Zeker voor beginnende Fauréverzamelaars hebben deze programma’s iets aantrekkelijks omdat ze in niet eens zo kort bestek een goed overzicht geven van Fauré’s werken in diverse genres en omdat bekend en onbekend naast elkaar zin geplaatst.
De uitvoeringen zijn over het geheel goed (maar niet opvallend goed) geslaagd omdat Bolton goed is afgestemd op de altijd wat bitterzoete eigenschappen van Fauré’s muziek en daarvan elegante verklankingen geeft. Vooral de strijkers klinken fraai.
Bij de instrumentale solisten valt vooral violist Axel Schacher in de Berceuse en de Romance op. Hij speelt deze vrijwel even dichterlijk als Anne-Sophie Mutter (DG 437.544-2), Chantal Juillet (Decca 466.355-2) en Augustin Dumay (EMI 747.544-2).