Fitelberg, J.: Strijkkwartetten nr. 1 en 2; Serenade voor viool en piano; Sonatine voor 2 violen; Fisches Nachtgesang. ARC ensemble. Chandos CHAN 10877 (60’38”). 2015
De Poolse componist Jerzy Fitelberg (1903 - 1951) was een zoon van componist Gregor Fitelberg en genoot zijn muziekopleiding in Moskou en Berlijn (bij Gmeindl en Schreker) en vestigde zich in 1933 in Parijs. Heel verstandig week hij in 1940 via Buenos Aires uit naar de V.S nadat zijn ’entartete Musik’ in de ban was gedaan. Van zijn Amerikaanse staatsburgerschap heeft hij maar kort kunnen genieten want hij overleed vrij jong.
Zijn werk verraadt een sterk gevoel voor tempo en ritme; hij componeerde uitsluitend symfonische muziek, o.m. een Celloconcert in 1931, een Concert voor trombone en piano en concerten voor viool en piano plus kamermuziek.
Bij het luisteren naar deze werken die worden uitgevoerd door de leden Joaquin Valdepeñas (kl); Erika Raum, Marie Bérard, Benjamin Bowman (v); Steven Dann (va); Bryan Epperson (vc); Kara Huber (p en celesta) van het ARC (Artists of the Royal Conservatory, Toronto) ensemble kan men zich afvragen wat culturele identiteit is en wat bepalend is voor een ’nationale school’. Dat geldt dubbel voor componisten die in de diaspora leefden. Hij liet filmmuziek, orkestwerken, een kinderopera, concerten en kamermuziek na. Met zijn Strijkkwartet nr. 2 uit 1928 won hij een compositieconcours in Parijs waar Ravel, Schmitt, Roussel en Honegger in de jury zaten. Het bestaat ook in een vorm voor strijkorkest, opgedragen aan Ernest Ansermet.Het vijfdelige Strijkkwartet nr. 1 met twee presto’s uit 1926 verraadt een sterke invloed van Stravinsky, maar het tweede deel, een rapsodisch andante, is het mooist.
De lyrische en speelse Serenade voor viool of altviool en piano werd in 1943 door Isaac Stern en Alexander Zakin in 1943 voor het eerst gespeeld, maar werd pas in 1954 gepubliceerd.
De Sonatine is een vroeger werk uit 1939, geschreven kort na aankomst in Parijs, toont nog invloeden van Poolse volksmuziek en bevat een treffend deel met thema en variaties, eindigend met een mars.
Fisches Nachtgesang is het vroegste stuk van een achttienjarige uit 1921 en het is geschreven voor de ongewone combinatie van klarinet, cello en slagwerk en het heeft een wat geheimzinnig karakter, maar is goed geschreven voor deze combinatie.
Al deze werken verschijnen hier voor het eerst op cd en de opname moest worden gemaakt aan de hand van manuscripten uit de New Yorkse Public Library. De jonge uitvoerende musici weren zich individueel en in diverse combinaties voortreffelijk in dit programma waaraan ik veel genoegen beleefde.