CD Recensies

FALLA: SOMBRERO DE TRES PICOS, EL; NOCHES EN LOS JARDINES DE ESPANA

Falla: El sombrero de tres picos; ‘Interludio y danza’ uit La vida beve; ‘Intermezzo’ uit Goyescas; Noches en los jardines de España. Alejandra Gómez Ordaz (ms) en Jorge Federico Osorio (p) met het Orchestra of the Americas o.l.v. Carlos Miguel Prieto. Linn CKD 625 (75’00”). 2019
 
Net als zijn eerdere werk El amor brujo is El sombrero de tres picos geworteld inn een eerder theaterstuk El corregidor y la molinara dat is gebaseerd op het gelijknamige boek. Het gaat over een korte episode op het Spaanse platteland waar de magistraat wiens driekanten steek als symbool van zijn macht geeft naar de molenaarsvrouw verlangt, maar wordt gefopt en te kijk wordt gezet.
Falla schreef de muziek voor een klein ensemble en had er in 1917 groot succes mee in Madrid. Diaghilev zag dat en haalde Falla over om er een grootschalig ballet van te maken voor zijn Ballets russes. Alejandra Gómez Ordaz geeft met haar luchtig klinkende mezzo vrijwel ideaal gestalte aan de vocale partij.
Al heeft Noches en los jardines de España als ondertitel ’Symfonische impressies voor piano en orkest’, toch gaat het om het grootste Spaanse Pianoconcert. Falla had oorspronkelijk de gedachte om een aantal solo Nocturnes te schrijven voor pianist Ricardo Viñes, maar die vond het beter om er een werk met orkest van te maken.
Het is merkwaardig dat de in Parijs levende Falla de geurige tuinen van het Alhambra in Granada nooit had gezien toen hij in 1909 aan dit werk begon. Pas bij zijn terugkeer naar Spanje aan het begin van W.O. I bezocht hij ze en maakte toen het werk af. 
Vooral de orkestratie bevat invloeden van het Franse impressionisme, maar er is ook een merkbare invloed van Stravinsky als deze de Vuurvogel zijn vleugels laat uitslaan. Maar het begin is typisch Spaans. Het orkest schildert het Generalife en het moment waarop de piano invalt, is magisch. Het snellere tweede deel doet even denken aan de ’Spaanse dans’ uit La vida breve en voert rechtstreeks naar de feestelijke finale in de tuinen van de Sierra in Córdoba. Het werk eindigt rustig als in een ongrijpbare droom.
Alicia de Larrocha maakte daar een van de mooiste opnamen van (Decca 410.289-2), maar ook Jorge Federico Osorio speelt het met een grote souplesse en geeft er goed diepgang aan met nu eens delicaat dan weer heftig spel. Ook Carlos Miguel Prieto toont aan dat hij een ideale dirigent is voor dit soort muziek. De jonge Mexicaanse musici van het Orchestra of the Americas doen er ook alles aan om de Iberische zonneschijn over deze verklankingen te laten stralen. De opname klinkt kraakhelder en laat alle klanken van castagnetten tot fagot schitteren.