Fischer, J.: Der habile violiste. ‘Balettae a 4’ uit Kromerz verzameling; ’Mein G’muth ist mir verwirret’ uit Lustgarten neuer Teutscher Gesäng, ‘Hertzlich thut mich verlangen, Das Eins-Dreij und Dreij-Eins oder der habile Violiste’ (uit Duben verzameling), ‘Suite à violini piccolo solo’, ’Musikalisches Divertissement’ suite, ‘Musicalische Fürsten - Lust’, ’Hoff- und baurengeyger schicken sich an, eyn ballet zu spielen und tantzen’. Antoinette Lohmann met Furor Agraricus en Furor Musicus. Globe GLO 5274 (65’23”). 

 

De Duitse componist Johann Fischer (1646 - ca. 1716) uit Lübeck staat vooral te boek als goede klavecinist en violist met een voorkeur voor het strijkinstrument, vandaar dat hij vooral werken voor viool en altviool schreef. Zijn muziek is van historisch belang, mede omdat ze invloeden van de Franse instrumentale muziek laten horen.

Verder had hij een voorkeur voor luchtiger muziek zoals ook uit sommige titels blijkt en zocht hij het verschil tussen beroeps- en amateur violisten en altviolisten te overbruggen.

Dat was een kansje voor violiste Antionette Lohmann die in 2008 het ensemble Furor Musicus op met de bedoeling om onbekende oude muziek te spelen en op te nemen. Dit was een kolfje naar haar hand. Ze doopte daarvoor zelfs haar ensemble om tot Furor agraricus om in het programma Der habile violiste waarin een van Fischers geestigste werken voorkomt waarin bij wijze van grap rustieke instrumenten als de Bumbass, kistgitaar draailier en de klompviool voorkomen recht te doen. De uitvoerenden moeten soms snel tussen drie instrumenten (violino piccolo, viool en altviool) en verschillende stemmingen (scordatura) wisselen. De spelers moeten dan goed uitkijken dat ze niet in moeilijkheden komen. 

Leuk is het duel tussen tussen een professionele violist en een boerenfiedelaar en we een onzuivere paardenkwint en een drenzend koeienoctaaf te horen krijgen. Geestig en goed gedaan.