Fauré: Barcarolles nr. 1-13. Namji Kim. Centaur CRC 3820 (53’49”). 2019
Gabriel Fauré (1845 - 1924) componeerde zijn dertien Barcarolles tussen 1881en 1921 en daarmee omspannen ze zij hele scheppingsperiode. Zoals de naam aangeeft, vormde Chopin’s op. 60 de inspiratiebron. Hier en daar is ook een echo van Chopin te horen, maar feitelijk hebben deze stukken geen voorbeelden en zijn ze heel origineel.
Wat steeds opvalt bij Fauré is dat hij een voorkeur heeft voor 6/8 ritmen. Hier zorgt hij ook vaak voor begeleiding in zestienden om een rimpeling op het oppervlak aan te brengen.
Het verdient aanbeveling deze 13 stukken niet allemaal achter elkaar te beluisteren, want dat kan wat eentonig worden. Drie of vier tegelijk is beter.
De muziek van Fauré kan wat ongrijpbaars hebben, maar Namji Kim over wie verder niet zoveel bekend is, zorgt ervoor dat dit niet gebeurt.
Ze kiest meestal rustige tempi die de muziek natuurlijk laten vloeien. Haar rechterhand zorgt voor sprankeling, meteen al in nr. 1. De snelle rechterhand passages in nr. 3 zijn daarvan een goed voorbeeld. Nummer 7 klinkt vrij introvert, nr. 8 en 11 zijn juist extravert. De pianiste toont zich ook gevoelig voor de subtiele en onverwachte nuancen van deze werken.
Ze heeft hooguit de pech, dat ze op deze cd geen andere werken toevoegt en zo voor een wat korte speelduur zorgt. In zoverre is de opname van Charles Owen (Avie AV 2240, 63’08”) mogelijk wat aantrekkelijker.