Fisher: Symfonieën nr. 1 in E, 2 in D, 3 in Es, 4 in Bes, 5 in D en 6 in C. Tsjechisch Kamerfilharmonisch orkest Pardubice o.l.v. Michael Halász. Naxos 8.574254 (57’15”). 2020

 

Van een violist als de Engelse Johann Abraham Fisher (1744 - 1806) verwacht je dat hij in zijn hoedanigheid als componist vooral Vioolconcerten en andere werken voor viool schrijft, maar hij produceerde er slechts drie die in 1782 in Berlijn werden uitgegeven.

Bekender werd hij met zijn drie bundels Vauxhall and Marybone Songs, zijn theaterwerken en zijn zes Symfonieën. Ze zijn klassiek van stijl en vertonen sporen van de Mannheimse school, dus zijn ze kleurig, dynamisch contrastrijk en enigszins vergelijkbaar met de werken van Thomas Arne en John Christopher Smith. Het valt op dat deze werken nog een continuopartij hebben en klaveciniste Petra Žďárská tinkelt er lustig op los.

Michael Halász heeft zich tot taak gesteld om aandacht te besteden aan de meestal verrassend aardige en mooie vergeten achttiende eeuwse componisten die ook nu nog de aandacht waard is. In dat kader kwamen al Franz Ignaz Beck (Naxos 8.573248 and 8.573249), Michael Haydn (8.573497 and 8.573498) en Leopold Koželuch (Naxos 8.573627, 8.573872 en 8.574047) aan de beurt.

We mogen hem ook voor deze nieuwe, soms aangenaam verrassende uitgave dankbaar zijn.