Févin: Requiem d’Anne de Bretagne. Moulu: ‘Fiere attropos’; Anon.: ‘Skolader yaouank’; ’Annaig ar glaz’, ‘In paradisum’, ‘Stabat mater’; Josquin: ‘Cueurs desolez (bew.); Festa: ‘Quis dabit oculis nostris’; Févin: Missa pro fidelibus defunctis’; Lupus: ‘Miserere mei Domine quoniam infirmus sum’; de la Rue: ‘Cueurs desolez/Dies illa’. Yann-Fanch Kemener (vocalist) met Doulce Mémoire o.l.v. Denis Raisin-Dadre. Alpha ALPHA 613 (71’11”). 2010
Antoine de Févin (ca. 1470 - ca. 1512) werd als tijdgenoot van Josquin geboren in Arras waar hij zijn muzikale opleiding genoot. Later was hij als Franco/Vlaamse Renaissancecomponist verbonden aan het hof van Lodewijk XII van Orléans en overleed in Blois. Hij schreef voornamelijk geestelijke koorwerken: missen, motetten, maar ook chansons. Hij gebruikte een veelheid aan stijlen.
Met deze (eerste) opname van Antoine de Févins Requiem d’Anne de Bretagne heeft dirigent Raisin Dadre een heel sterke troef in handen. Lang werd dit werk toegeschreven aan Antonius Divitis of Anthonius de Rycke ca. 1470 - ca. 1530).
Févins Requiem is een in zijn soort prachtige compositie die op één lijn kan worden gesteld met vergelijkbare werken van tijdgenoten als Johannes Prioris en Pierre de la Rue.
Belangrijke is, dat Raisin-Dadre heeft geprobeerd om de begrafenisplechtigheden van Anne de Bretagne (geboren Anna van Montfort) die leefde van 1477 tot 1415 te reconstrueren. Ze werd geëerd met uitgebreide begrafenisplechtigheden die wel veertig dagen duurden. Dit was vermoedelijk zo omdat ze zeer geliefd was als intelligente en gevoelige vrouw met een warm hart voor muziek.
De mis klinkt ondanks de treurige aanleiding als een verleidelijk werk en wordt omgeven door een stel andere passende composities, waaronder drie Bretonse klachten. De zangers en instrumentalisten van het Franse ensemble weten duidelijk de spirituele kern van deze muziek te treffen.
De cd was eerder verkrijgbaar als Zin-Zag Territoires ZZT 110501.