Fabiańska-Jelińska: ‘Toccata’ voor piano en accordeon; ‘Meditation’ nr. 1 en 3; ‘Bagatelle’ voor klarinet en piano; ‘Elegie voor 015’; ‘Amnesia’, ‘Lullaby’, ‘Baby’s expression’; Altvioolsonate. Julia Wolanska-Gajda (piano), Michal Gajda (acc), Sepia ensemble; Wojciech Jeinski (tromb); Pawel Koroczek (kl), Hanna Lizinkiewicz (piano), Lech Balaban (va), Piotr Branys (tromb), Marek en Tomasz Kaczor (tomb), Maria Rutkowska (piano), Magdalena Jakubska-Szymiec (sax), Ewa Guzowska (va), Maria Koszewska-Wajdzik (piano). DUX DUX 1684 (73’08”). 2020

 

De Poolse componiste Ewa Fabiańska-Jelińska studeerde compositie aan de Torun muziekscheel en zette die voort aan de Paderewski Academie in Poznan, Ze rondde in 2014 haar studie af bij Karger aan de Weense Universität für Musik und darstellende Kunst. Sindsdien behoort ze tot de actieve en zeer gewaardeerde verschijningen op menig festival voor eigentijdse muziek.

Op jonge leeftijd heeft ze al ruim honderd werken waarvoor ze ettelijke prijzen kreeg op haar naam. Haar oeuvre is heel divers en gespreid over verschillende genres. Daaronder werken voor niet alledaagse combinaties zoals accordeon en piano of vier trombones.

Daarvan zijn op deze cd een viertal voorbeelden van instrumentale kamermuziek gegeven van stukken die ontstonden in de periode van 2015 tot 2019. Samen geven deze een goed beeld van de specifieke stijl en het karakter van haar muziek. Ze getuigen van een grote zelfdiscipline, bekendheid met de mogelijkheden van de gebruikte instrumenten, zorg voor wisselende toonkleuren, passende expressie (veelal lyrisch van aard) en mooie melodievoering. 

Opvallend is haar voorkeur voor altviool en trombone, beide met een heel verschillend klankkarakter. Over de uitvoerenden die haar helpen om haar doel te bereiken heeft ze geen klagen. Deze zijn de eersten die buiten haar omgeving en die festivals haarmuziek een bredere verspreiding geven.