Frensel Wegener-Koopman: Liederen. ‘Wohl lag ich einst’, ‘Ein Fichtenbaum’, ’Stabat mater’, ’Reue’, ‘Das sterbende Kind’, ‘Die stille Wasserrose’, ‘Ein Stündchen lang’, ‘Un hab’ so große Sehnsucht’, ‘Frauenhände’, ‘Ich wil den Sturm’, ‘Een windeke suist om mijn oren’, ‘En karretjen op den zandweg reed’, ‘Ik kan niet lachen, ik kan niet weenen’, ’Straks zong ik trotsche dingen’, ‘Erstes Begegnen’, ‘Der Wetterhahn’, ‘Evening prayer’, ‘Baby’s fright’. ’Sleep baby, sleep’. ‘Day after day’. ‘Do not go my love’, ‘Love my heart longs day and night’, ‘ Des ballades au hameau’, ‘Viatique’. Ingrid Kappelle (s) en Miklos Schwalb (piano). Tatlin 001 (47’02”). 1999
De Nederlandse componiste Emmy Frensel Wegener-Koopman werd in 1874 in Amsterdam geboren, studeerde in Engeland en Amsterdam waar ze bij Felice Togni viool studeerde en het einddiploma verwierf. Daarna studeerde ze nog drie jaar compositie bij Sem Dresden met als bijvak klarinet.
Ze componeerde voornamelijk kamermuziek. Tot haar orkestwerken behoren de Shakespeare suite, een Dans voor klarinet en orkest en een Rhapsodie voor piano en orkest. Op kamermuziekgebied ontstonden onder meer een Sextet voor blazers en piano, een Strijkkwartet, een Strijktrio, een Vioolsonate, een Suite voor hobo en piano en stukken voor viool en piano. Verder twee werken voor gemengd koor. Zij overleed in 1953.
Het enige wat ons op cd rest, zijn deze 24 liederen op teksten van Geibel, Heine, Ritter, Herzog, Mayreder, Else van Brabant, Heije, Kloos, Tagore en Fort. Niet de meest voor de hand liggende auteurs.
We mogen Ingrid Kappelle en Miklos Schwalb heel dankbaar zijn dat ze op wonderschone wijze dit materiaal aan de vergetelheid hebben onttrokken.