Fomin: Orfeo ed Euridice. Anatoli Kot en Liudmilla Sidarkevich met het Landsjeugdkoor Baden-Württemberg en het Europees festival orkest o.l.v. Wilhelm Keitel. Arte Nova 74321-84433-2 (44’57”) 2000
In menige encyclopedie zal men vergeefs zoeken naar de Sint Petersburgse Russische componist en dirigent Jevstignej Ipatovitch Fomin (1761-1800). Hij was leerling van padre Martini in Bologna en globaal een tijdgenoot van Mozart. Bekend werd hij destijds vooral met zijn opera’s Anyuta, Renaissance, Dobreye soldaty en Wasili Bojeslavovitch. Deze laatste op tekst van Catherina II. En dus ook van deze Orfeo ed Euridice.
Wetende dat Glucks Orfeo ed Euridice in 1781 in Rusland zijn première beleefde, moet dat werk aan de Rus en zijn librettist Jakov Borissovitch Knasjnin bekend zijn geweest. Bestaande uit elf nummers waaronder de ouverture en drie koren en met strikte handhaving van een recitatief/aria structuur hebben we hier te maken met een drie kwartier durende compacte opera op het Orfeus gegeven met een positieve afloop: “Ik zal verder leven zodat ik de wreedheid der goden van vervloeken met mijn gekreun en mijn lijden”. Gezongen wordt in het Russisch, maar het tekstboekje bevat gelukkig een Duitse en Engelse vertaling. De uitvoering getuigt van zorg en toewijding en is als zodanig heel geslaagd. Een interessante toevoeging aan het onderwerp “Orfeus in de muziek” (zie het artikel Orfeus als inspiratiebron in Fonografie muziek).