Fauré: Pianokwartetten nr. 1 in c op. 15 en 2 in g op. 45. Domus. Hyperion CDA 66166 (62’07”). 1985
Waar Fauré vaak nodeloos zelfkritisch en twijfelachtig was wat zijn orkestwerken betreft, kende hij bij zijn kamermuziek dergelijke aarzelingen niet. Het resultaat is een stel werken dat aan hoge standaards voldoet waaraan geen verdere Franse composities uit die tijd eveneens voldeed.
Dat geldt vooral voor zijn beide Pianokwartetten die een breedte en een energie bevatten die men eerder met orkestwerken associeert. Vrijwel al deze werken bevatten een belangrijke pianopartij.
Bij zijn vroege werken valt op dit gebied vooral het Eerste pianokwartet op. Een werk met een melancholieke ondertoon die verdwijnt in de scherzo-achtige andere delen.
Het Engelse ensemble Domus beschikt over alle kwaliteiten om deze muziek op zijn mooist te laten uitkomen. Het beschikt over vier stemmen die samen een gevoel van groot gemeenschappelijk belang tonen, maar die vier kunnen ook individueel schitteren. De pianopartij is lenig, briljant ingevuld en de emotionele lading van de langzame delen is groot.
Natuurlijk zijn er alternatieven: leden van het Nash ensemble (CRD 3403), Pascal Rogé met het Ysaye kwartet (Decca 475.187-2), Emanuel Ax, Isaac Stern, Jaime Laredo en Yo-Yo Ma (Sony SK 48066) bijvoorbeeld.