Franck: Fantasie in A M. 35; Cantabile M 36; Pièce héroique M 37; Fantasie in C op.16 M. 28; Prélude, fugue et variation op. 18 M 30; Prière op. 20 M 32; Final in Bes op. 21 M. 33; Pastorale in E op. 19 M. 31; Grande pièce symphonique op. 17 FWV. 29; 3 Chorales M. 38/40. Michael Murray. Telarc CD 80234 (2 cd’s, 2u. 33’12”). 1989
Franck: Fantasie in A M. 35; Cantabile M 36; Pièce héroique M 37; Fantasie in C op.16 M. 28; Prélude, fugue et variation op. 18 M 30; Prière op. 20 M 32; Final in Bes op. 21 M. 33; Pastorale in E op. 19 M. 31; Grande pièce symphonique op. 17 FWV. 29; 3 Chorales M. 38/40. Marie-Claire Alain. Erato 0630-12706-2, Warner 2564-61428 (2 cd’s, 2u. 21’41”). 1995
Francks reputatie als orgelcomponist berust op de meesterlijke reeksen van ongeveer een dozijn werken die hij in de vroege jaren 1860 en gedurende zijn laatste tien levensjaren schreef. Het belangrijkst zijn Prélude, fugue et variation uit 1862 en de drie magistrale Chorales uit 1890.
Franck was een zeer begaafde organist en in de Parijse Sainte Clotilde kerk waar hij sinds 1858 optrad, had hij het voordeel (en het geluk) dat hij kon spelen op een nieuw orgel dat was gebouwd door de toen meest innovatieve orgelbouwer in Frankrijk: Cavaillé-Coll.
Dat maakte het mogelijk om een meer orkestrale omvang toe te passen in de orgelmuziek en het was ook dit medium waarin Franck zich het beste thuis voelde, ook al tonen de orgelwerken hem niet op zijn avontuurlijkst en toekomstgericht.
Zowel Murray in de Parijse Saint Sulpice als Alain in de Saint Étienne in Caen hebben de beschikking over zo’n Cavaillé-Coll orgel dat hooguit geringe aanpassingen onderging. Alain legt meer helderheid in haar voordracht, Murray profiteert van een betere opnamekwaliteit. Overigens: Alain maakte voor Erato op lp een eerdere Erato opname die voor verwarring kan zorgen.