CD Recensies

GURNEY: LIEDEREN

Gurney: Seven meadows. Liederen. Paul Agnew en Julius Drake. Hyperion CDA 67243 (70’35”). 2000

 

Van alle Engelse liedcomponisten heeft Ivor Gurney (1890-1937) onder kenners waarschijnlijk de voorkeur. Hij was zowel dichter als componist. Zijn gedichten behoren tot de meest persoonlijke oorlogspoëzie en zijn liederen zijn zeer gevoelig.

Gurney besloot na jaren als koorknaap te hebben gezongen om een volwaardige muzikale carrière na te streven. Hij studeerde bij Charles Villiers Stanford voordat hij in 1915 naar het front ging. Zijn 5 Elizabethan Songs schreef hij tussen 1913 en 1914, Daarna groeit zijn gevoel van intens verlangen en blijven de woorden ‘slapen’ en ‘wenen’ in zijn liederen opduiken.

In 1917 raakt in 1917 in de loopgrave gewond door gas en loopt hij een shellshock op. Weer thuis leidde zijn toenemende mentale instabiliteit tot opname in  psychiatrische klinieken in 1922. Bovendien scheen hij aan tertaire syfilis te lijden. Sinds de publicatie van zijn biografie in 1978 en zijn verzamelde brieven in 1991 is de belangstelling voor Gurney gegroeid.

Veel liederen (waarvan sommige onvolledig of onsamenhangend) worden nu na onderzoek gepubliceerd. De verzameling hier bevat de beste vijfentwintig van de ruim driehonderd gepubliceerde liederen en omspant zijn hele loopbaan van die vroege Elizabethan songs die hij in de koortsachtig creatieve jaren tussen 1919 en 1922 schreef.

Tenor Paul Agnew weet de broeiende sensualiteit van het lome verlangen in de lange legato lijnen van Gurney, zoals in Severn  meadows en In Flanders  uitstekend te treffen. Heel anders klinkt de dramatische bespiegeling over de dood uit By a bierside.  Het spel van Julius Drake past naadloos bij de rapsodische en soms instinctieve aard van Gurney’s composities. Hij geeft de fantasievolle toonzettingen van Walter de la Mare en Hilaire Belloc de frisheid die de componist beoogde.