CD Recensies

GRIEG: PIANOCONCERT E.A., PETERSSON, GRAINGER, KHOLODENKO, MOOG

Grieg: Pianoconcert in a op. 16; Fragment Pianoconcert in b; Met een waterlelie op. 25/4; Een droom op. 48/6; Evju: Pianoconcert in bes. Carl Petersson met het Praags omroeporkest o.l.v. Kerry Stratt on. Grand Piano GP 689 (56’35”). 2014

 

Grieg: Pianoconcert in a op. 16 (bew. Grainger); Ballade in g op. 24; ‘Trouwdag in Troldhaugen’ uit Lyrische stukken op. 65; ‘Erotik’, ‘An den Frühling’ uit Lyrische stukken op. 43; Liszt: Polonaise nr. 2 in E S. 223; Hongaarse rapsodie nr.12 in cis S. 244. Percy Grainger. Klavier Records KCD 11075 (71’21”). 1957

 

Grieg: Pianoconcert in a op. 16; Grainger: In a nutshell; Rachmaninov: Pianoconcert nr.  2 in c op. 18. Percy Grainger c.q. Artur Rubinstein met het Hollywood Bowl orkest o.l.v. Leopold Stokowki. Biddulph LHW 041 (76’). 1945 en 1946

 

Grieg: Pianoconcert in a op. 16; Saint-Saëns: Pianoconcert nr. 2 in g op. 22. Vadym Kholodenko met het Noors Omroeporkest o.l.v. Miguel Harth-Bedoya. Harmonia Mundi HMU 90.7629 (54’22”). 2014

 

Grieg: Pianoconcert in a op. 16; Moszkowski: Pianoconcert in E op. 59. Joseph Moog met het SWR Omroeporkest Saarbrücken Jaiserslautern o.l.v. Nicolas Milton. Onyx ONYX 4144 (65’37”). 2014

 

Wat het pianoconcert van Grieg betreft, richten we ons hier vooral op de bijdragen van Percy Grainger. In dit werk, dsat hij 21 juli 1946 in de Hollywood Bowl met niemand minder dan Stokowski opnam houdt hij zich nog aan het origineel, dat hij heel enthousiast, maar met slechts een vage notie van de juiste noten en ook verder nogal veel eigenzinnigheid voordraagt. Soms haast hij zich zo dat hij bij het orkest voor loopt. Maar zijn grote enthousiasme is onmiskenbaar en het publiek reageert met veel applaus. In a nutshell is inderdaad een niemendalletje als toegift. Veel interessanter en stukken mooier is de imposante Rachmaninov bijdrage van Rubinstein.

In 1919 had Grainger al een bewerking voor eigen gebruik van dit Griegconcert gemaakt. Hij vond onder meer dat Griegs tempi sneller waren dan wat we gewoonlijk te horen krijgen en dat het werk te vaak overdreven sentimentele trekken kreeg.  Dat ieder blijk van charme en romantiek dankzij die bewerking verloren gaat, laat Petersson goed horen. Interessant voor een keer misschien, maar verder verloren moeite.

Gedurende 1882/3 werkte Grieg aan een tweede pianoconcert, ditmaal in b; het kwam nooit af helaas en het enige dat rest is een fragment van 2’33” dat plichtmatig (en interessant) wordt gespeeld hier.

Helge Evju (1942) zag er meer in en ontwikkelde op basis daarvan een volwaardig vijfdelig pianoconcert dat meer weg heeft van Liszt en Rachmaninov dan van Grieg. De virtuositeit van Petersson komt hier wel tot zijn recht, net als in  Evju’s twee forse bewerkingen van bekende van Lyrische Stukken. Al met al een boeiende excursie, maar niet iets van grote blijvende waarde.

Meestal worden de pianoconcerten van Schumann en Grieg gecombineerd, maar wie dat om een of andere reden niet past, kan uitwijken naar de combinatie van Grieg met Saint-Saëns 2 die zijn bekoring ontleent aan het feit dat beide werken in 1868 ontstonden.

Na het voorgaande gehoord te hebben, is de Harmonia Mundi opname van a tot z een feest om goed aan te horen. De nog vrij onbekende Vadym Kholodenko weet precies wat hem te doen staat in beide composities en kan het wat Grieg betreft hooguit net niet opnemen tegen Andsnes (EMI 503.419-2), Perahia (Sony 82796-92736-2), Kovacevich (Philips 464.702-2) en Michelangeli (BBC Classics BBCL 4043-2).

Maar er is wel één belangrijke rivaal wat de combinatie Grieg/Saint-Saëns betreft: Shelley (Chandos CHAN 10509) die tenminste gelijkwaardig is. Moeilijke beslissing….

Tot voorlopig besluit is er wat Grieg aangaat nog weer een andere optie: de combinatie met Moszkowski’ enige, meteen heel virtuoze pianoconcert uit 1898. Daarvan bestonden redelijk mooie opnamen van Piers Lane (Hyperion CDA 66452), Markus Pawlik (Naxos 8.553989) en als oudsten van David Bar-Illan (Audiofon CD 72030) en Michael Ponti (Turnabout 115.710-2).

De jonge Duitse pianist is hier dat drietal in alle muzikale opzichten waar het op aan komt – techniek, virtuositeit, flair, stijlbesef, expressie – de baas en hij heeft het voordeel van een beter klinkende opname. Dit betekent ook, dat hij in het concert van Grieg hoge ogen gooit. Zijn spel is briljant. Vergeet gewoon die concurrentie. Bij Grieg is die uiteraard een stuk groter, maar Moog nestelt zich ook wat dit werk betreft in de kopgroep. Wie de combinatie Grieg/Moskowski aangaat, moet toehappen.