Grieg: Lyrische stukken op.12/1 Arietta, 12/5 Volksmelodie, op. 38/1 Berceuse, op. 38/8 Walzer, op. 38/8 Canon, op.43/1 Schmetterling, op. 43/4 Vöglein, op. 47/2 Albumblatt, op. 47/3 Melodie, op. 47/4 Halling (Noorse dans), op. 54/3 Mars van de trollen, op. 54/4 Noctirne, op. 57/2 Gade, op. 62/1 Sylfide, op. 62/4 Beekje, op. 62/6 Huiswaarts, op. 65/4 Salon, op. 65/6 Trouwdag in Troldhaugen, op. 68/3 Aan je voeten, op. 68/4 Avond in de bergen, op. 68/5 Wiegelied, op. 71/1 Er was eens, op. 71/2 Zomeravond, op. 71/3 Puck, op. 71/7 Herinneringen. Janina Fialkowska. ATMA Classique ACD 2 2696 (77’18”). 2014
Griegs muzikale opleiding begon aan de piano in het ouderlijk huis in Bergen. Zijn moeder was pianolerares, naar verluidt de beste uit de stad. De jonge Edvard boekte snel vooruitgang en zou later zijn beste werken voor piano schrijven. Behalve de grote kwaliteit van zijn composities in dit genre, valt ook het grote aantal op en het feit dat het meest om miniaturen gaat. Alleen al de Lyrische stukken omvatten 66 werken die over tien banden zijn verdeeld. Het zal dan ook niet verwonderen dat op de meeste opnamen slechts een selectie is te horen.
De vermoedelijk enige pianist die op 3 cd’s de complete Lyrische stukken heeft opgenomen, is de onbekende Florian Henschel (Arte Nova 74321-63647-2) in 1998.
Alles bijeen vormen de Lyrische stukken een ware caleidoscoop van een intens persoonlijke, artistieke wereld: impressies met een ontegenzeggelijk Noors karakter en geïnspireerd door de natuur en huiselijke, lichtelijk zelfgenoegzame, sentimentele geneugten. Maar er is ook een duisterder kant aan sommige van deze stukken, veroorzaakt door huwelijksproblemen en de vroege dood van Griegs dochter.
Maar in deze werken komt Griegs talent voor ongecompliceerde, oprechte en bondige muzikale ideeën uit de lange periode van 1867 tot 1901 wel mooi tot uiting. Van veertig seconden tot vier minuten lengte vergen ze. Binnen een maat op wat wordt de stemming bepaald.
In 1974 maakte Emil Gilels (DG 419.749-2, 449.721-2) een met recht klassieke, nog steeds maatgevende opname van een selectie van 20 van deze stukken. De Canadese pianiste Janina Fialkowska die wonderbaarlijk genas van een verlamming van haar linker arm ten gevolge van kanker nam 25 van deze stukken op. Ook zij toont zich een vertolkster die het juiste gevoel, de juiste stemming toont bij deze reeks romantische miniaturen. Ze produceert een fraai zangerig en fluwelig geluid en beklemtoont alle facetten van de muziek, van opgetogenheid en tere introspectie tot het ietwat ondeugende karakter van het zinderede ‘Puck’ de walsachige ‘Nocturne’ en het subtiele, elegische ‘Herinneringen’. Pure poëzie.
Als derde pianist met een selectie van 27 stukken moet zeker ook Stephen Hough (Hyperion CDA 68070) met ere worden genoemd.