CD Recensies

GLUCK: RENCONTRE IMPRÉVUE, LA, GARDINER

Gluck: La rencontre imprévue, of Les pèlerins de la Meque. Lynne Dawson (s, Rezia), Claudine La Cox (s, Balkis) Catherine Dubosc (s, Dardané), Guy de Mey (t. Ali), Sophie Marin-Degor (s, Amine), Jean-Luc Viala (t, Osmin), Guy Flechter (t, Sultan), Jean-Philippe Lafont (b, Vertigo), Gilles Cachemaille (bs, Calender) Francis Dudziak (bs, karavaanleider)  e.a. met het Ensemble van de Opéra Lyon o.l.v. John Eliot Gardiner. Erato 4509.99610-2 (2 cd’s, 1u. 49’15”). 1990

 

Bij deze voor het eerste in 1764 in het Weense Burgtheater opgevoerde opera in drie aktes hebben we te maken met de Franse vorm van de Comédie mêlée d’ariettes (komedie, gemengd met korte aria’s). Het libretto leverde Louis Hurtaut Dancourt die zich baseerde op een toneelstuk van Alain-René Lesage en Jacques-Philippe d’Orneval uit 1726.

De hoofdrol is weggelegd voor Rezia (Lynne Dason) die zich in de gevangenschap van prins Ali van Balsora in de harem van de sultan (Guy de Mey) bevindt. Dat ze de sterpostie bekleedt, blijkt mooi  uit haar aria in de tweede akte ‘Ah! Qu’il est doux de se revoir’. Trouwens ook De Mey overtuigt sterk met zijn lichte timbre, bijvoorbeeld in ‘Je cherirai, jusqu’au trépas, l’objet céleste qui m’engage”.

Glucks Osmin (Luc Viala) is als alleen al als tenor minder bedreigend, maar veel gepassioneerder dan in Mozarts Entführung. Luister naar zijn aria ‘Heureux l’amant qui se dépêtre de Cupidon’. Een andere glansrol is weggelegd voor Claudine Le Coz als Balkis. Probeer haar in de tweede akte met ‘Venez, venez, troupe brillante’. Bij de kleinere rollen imponeert uiteraard Gilles Cachemaaille als Kalender, bijvoorbeeld in ‘D’une telle lachête’ uit de derde akte. Een dreigender uitstraling heeft Jean-Philippe Lafont als de schilder Vertigo in ‘C’est un torrent impétueux’ uit de derde akte. Crêmig klinkt sopraan Catherine Dubosc als Dardane, maar Sophie Marin-Degor doet als Amine nauwelijks voor haar onder.

Dat Gardener met zijn ensemble uit Lyon voor een fraai passende begeleiding zorgt, hoeft nauwelijks betoog. Deze uitvoering verscheen ook in combinatie met Iphigénie en Aulide en Don Juan op Erato 2564-69562-2 (4 cd’s). Een Münchense opname van Leopold Hager (Orfeo C 24291 H) blijft hiermee vergeleken wat achter.