Ginastera: Obertura para el Fausto criollo op. 9; Ollantay op. 17; Pampeana nr. 3 op. 24; Suite Estancia op. 8a. Odense symfonie orkest o.l.v. Jan Wagner. Bridge 9130 (56’55”). 2001
De malambo, een extatische dans van de gaucho, is erkend als Argentijns nationaal muzieksymbool. De kenmerkende ritmische structuur (zes maten van 6/8, verdeeld in twee groepen van drie) is meteen aan het begin van de balletmuziek Estancia (1941, eerste uitvoering suite 1943, eerste volledige uitvoering 1953) hoorbaar en verder eigenlijk steeds aanwezig, vooral in de spectaculaire ‘Danza final’ waarin een danswedstrijd tussen gauchos ontaardt in een opwindende explosie van kinetische energie die een toccata-achtige reeks furieuze ostinato ritmen creëert.
Dit is dus geen werk van expressieve subtiliteit, maar een vloedgolf van adrenaline en fysieke energie. Gelukkig brengt Jan Wagners realisatie dat in een zeer mooi opgenomen versie brengt dat heel goed naar voren.
Maar de Obertura para el Fausto criollo (1943) verdient eigenlijk best een even grote bekendheid als vlot, extravert muziekstuk, waarna de ‘symfonische pastorale’ Pampeana nr. 3 (1954) weer een stuk serieuzer is en Ollantay (1947), het dramatische drieluik met volkskarakter dat als een soort Argentijnse Taras Bulba (Janáček) kan worden beschouwd. Ook van deze stukken geeft Wagner ver bovengemiddeld goede vertolkingen. Leuk dat de Denen zo’n gevoel voor Zuid Amerikaanse muziek tonen en nauwelijks onderdoen voor wat een Gustavo Dudamel op dit gebied bereikt.