Van Gilse: Eine Lebensmesse. Heidi Melton (s), Gerhild Romberger (a), Roman Sadnik (t), Vladimir Baykov (bs) net het Nationaal vrouwen jeugdkoor, het Groot omroepkoor en het Radio filharmonisch orkest o.l.v. Markus Stenz. CPO 777.924-2 (55’27”). 2013
Wat jammer toch dat een audiovisuele Time Machine à la Wells onmogelijk is. Anders had deze ons terug kunnen voeren naar het Nederlands Muziek Festival 1912 toen de positief gestemde Lebensmesse van de 23-jarige (!) Jan van Gilse uit 1904 in première ging. Het is een groots opgezet werk voor vier vocale solisten, honderdvijftig stemmig dubbelkoor en orkest. De Utrechtenaar heeft als conservatoriumdirecteur en dirigent van het Utrechts Stedelijk orkest veel stimulerend werd verricht voor het muziekleven daar.
Gezien de tekst van Dehmel uit 1897 voor het driedelige extatische werk, dat bestaat uit een voorspel, gevolgd door ‘Wenn der Mensch’ en ‘Ich kenne keinen, der mich will leben sehn’ gaat het niet direct om een religieus werk in de gangbare betekenis, maar eerder om een geheel onkerkelijke, licht provocerende compositie, gericht op een grotere individualistische ontplooiing, zonder direct aan een Übermensch van Nietzsche te denken.
Het werk volgt de laatromantische koers die door Richard Strauss en Reger was uitgezet. Het aardse leven wordt bezongen, evenals menselijke driften en muzikale uitspattingen. Dat alles van een knappe orkestratie voorzien.
Tot de hoogtepunten behoren een scène tussen het weeskind (ontroerend gezongen door Gerhild Romberger) en de excentriekelingen, een prachtige altaria en een bijzonder trio voor alt, tenor en bas.
CPO heeft gelukkig beslag kunnen leggen op deze omroepopname van 31 mei 2013 uit de reeks concerten ‘De vrijdag van Vredenburg’ die in de Rode Doos in Leidsche Rijn plaatsvonden. Daar tekende Markus Stenz en zijn grote ensemble voor een hoogwaardige interpretatie die tot in het detail vrijwel optimaal is geslaagd. Een belangrijke, fascinerende ontdekking.