Glinka: Pianowerken I. Variaties in F op een oorspronkelijk thema; Variaties in Bes op een thema uit ‘Faniska’ van Cherubini; Variaties in D op twee thema’s uit het ballet ‘Chao-Kang’; Variaties in A op een thema van Donizetti’s ‘Anna Bolena’; Variaties in Es op een thema uit Mozarts ‘Zauberflöte’; Variaties in E over ‘Benedetta sia la madre’; Variaties in a over ‘In de lieflijke valleien’; Variaties in Bes over Bellini’s ‘I Capuletti e i Montecchi’; Variaties in e over ‘De nachtegaal’. Inga Fiolia. Grand Piano GP 741 (77’06”). 2016
Mikhail Glinka wordt vooral gezien als de oprichter van de Russische nationale school. Een dergelijke accolade is niet altijd veelzeggend, maar in zijn geval zijn er goede redenen om deze titel toe te kennen aan de componist van opera’s als Een leven voor de tsaar en Ruslan en Ludmilla.
Dat Glinka ook orkestwerkenm, ouvertures, een cantate, kerkmuziek, toneelmuziek, een strijkkwartet, een sextet, een pianotrio schreef, is minder bekend.
Ook zijn 29 pianowerken sluimerden in vergetelheid tot Inga Fiolia besloot ze compleet op te nemen. Ze begint met de Variatiewerken die het leeuwendeel van dat bestand uitmaken. Zelf schijnt hij in Italië te hebben geschitterd als improvisator op bekende operamelodieën en deze daaruit gekristalliseerde variatiewerken geven op zijn minst blijk van fantasie en vakmanschap. Veel hiervan catalogiseren we tegenwoordig als salonmuziek, maar het is wel salonmuziek die klasse en enige allure bezit. Echt van Russische origine zijn de variaties over ‘De nachtegaal’. Vreemd dat we niets weten over Cherubini’s opera Faniska. Meer dan de ouverture (Marriner, EMI 754.438-2) is daar niet van bekend.
De in Georgië geboren pianiste Inga Fiolia doet er vingervaardig en expressief alles aan om het belang van deze onbekende stukken van belang te maken. Weer mooi een repertoireniche ontsloten en wachten op deel 2 met Franse contradansen, fuga’s, mazurka’s, nocturnes, een tarantella, een impromptu en meer.