Godard: Vioolconcert nr. 2 in g op. 131; Concerto romantique in A op. 35; Scènes poétiques op. 46. Chloë Hanslip met het Slowaaks staats filharmonisch orkest o.l.v. Kirk Trevor. Naxos 8.570554 (66’03”). 2007
Godard: Vioolconcert nr. 2 in g op. 131; Moszkowski: Vioolconcert in C op. 30. Thomas Christian met het Bambergs symfonie orkest o.l.v. Christian Simonis. Koch 3-1367-2 (62’14”). 1997
Het zullen vooral oudere muziekliefhebbers zijn die zich de naam van de Franse componist Benjamin Godard (1849-1895) herinneren aan de hand van de Berceuse uit de opera Jocelyn naar een gedicht van Lamartine (1888) en de Canzonetta uit het Concerto romantique (1887), beide als dankbare toegiften voor violisten.
Godard studeerde viool en had onder meer les van Vieuxtemps; hij werd zelf ook viooldocent. Zijn concertante werken verraden duidelijke Vieuxtemps invloeden en komen ook in de buurt van Bruch.
De opname van Hanslip van het volledige concerto romantique maakt het mogelijk om die canzonetta in de bedoelde context te horen. Dan blijkt het weliswaar niet om een groot meesterwerk te gaan, maar wel om een charmant, uitgesproken melodieus stuk.
Het uitgesproken lyrische Vioolconcert nr. 2 ontstond vijf jaar later. Vreemd genoeg bestaat geen opname van het eerste vioolconcert.
Chloë Hanslip zorgt voor mooi expressieve, ongehaaste en heel communicatieve vertolkingen die de muziek boven salonniveau uittillen. Het solo instrument speelt in deze werken een overduidelijke, dankbare hoofdrol. Ze wordt ook heel attent begeleid. Ze is wel in een wat te galmende akoestiek opgenomen.
De aanpak van Thomas Christian is wat energieker en ook overtuigend.
De Scènes poétiques bieden wat bekoorlijke ansichtkaart muziek in pasteltinten. Het aardigst zijn de deeltjes Dans les champs en Sur la montagne.
En dan is daar het Vioolconcert uit 1882 van Moritz Moszkowski (1854-1925), de componist die vooral bekend werd als pianist en schrijver van pianowerken waarmee hij in zijn tijd veel succes boekte.
Maar met zijn Vioolconcert levert hij het bewijs dat hij ook heel effectief en virtuoos en melodieus voor het strijkinstrument kon schrijven. Het eerste deel is mogelijk wat te ver uitgerekt, maar de finale is heel levendig en briljant. Opnieuw wordt Bruch in herinnering geroepen. Thomas Christian legt een juist gedoseerd gevoel in zijn verklanking.
Aan dit stel best aardige, minder bekende vioolconcerten valt best genoegen te beleven.