Grieg: Norwegian Wood. Holberg suite op. 40; Noorse melodieën op. 63 nr. 1 en 2; Melodieën op. 53 nr. 1 en 2; Lyrische stukken op. 68 nr. 1 en 2; Elegische melodieën op. 34 nr. 1 en 2. Litouws kamerorkest o.l.v. Saulius Sondeckis. Cugate Classics CGC 028-2 (59’56”). 1993
Een bijna vijftien jaar oude opname die pas in 2017 verschijnt, maar het wachten was de moeite waard. Afgezien van de in 1884 geschreven Holberg suite, eigenlijk Uit Holbergs tijd: suite in de oude stijl, die werd geschreven om Ludvig Holberg te gedenken die tweehonderd jaar eerder, in 1684, was geboren en die redelijk bekend is, gaat het om niet algemeen bekende werken voor strijkorkest van Grieg.
Die vijfdelige suite was oorspronkelijk een pianowerk, maar werd daarna voor strijkorkest bewerkt. De componist koos de vorm van de baroksuite met zijn traditionele Franse dansvormen, opnieuw bekeken door het prisma van zijn eigen tijd.
Aan de beide Noorse melodieën - Noorweegs en De eerste ontmoeting - uit 1893 ligt ook de pianovorm uit 1869 ten grondslag. Dat Grieg een groot aantal korte pianowerken onder de titel Lyrische stukken schreef, is overbekend. Nummer 4 - Avond in de bergen en 5, Aan de wieg - daaruit orkestreerde hij in 1899.
Voor de twee Elegische melodieën arrangeerde Grieg twee van de twaalf liederen op gedichten van Aasmund Olavson Vinje: ‘Laatste lente’ en ‘Het gewonde hart’. Ze dateren uit 1881 en werden aardig populair.
Het Litouws kamerorkest blijkt onder Saulius Sondeckis een eersterangs ensemble te zijn. Het strijkersspel heeft een glanzende klank met een robuuste rand.
Natuurlijk bestaan eerdere opnamen met een vergelijkbaar programma. Karjaan zorgde ooit voor een prachtige Holberg suite (DG 439.010-2), Neeme Järvi maakte in Göteborg een mooie Griegplaat (DG 437.520-2), vanuit Bergen leverde Ole Kristian Ruud een goede bijdrage (BIS SACD 1491) en Stephan Barratt-Due liet zich in Oslo niet onbetuigd, maar Sondeckis mag er zeker ook wezen vanuit de Baltische wereld.