Gabrieli, G.: Orgel- en klavecimbelwerken (compleet). Toccata’s C.D10,, C.D11,, C 237, C.D12, C.D14, C. 238, C 236, C. 239, C.D 16, C. 52, C.D 13, C. D15; Intonationes C. 246/Ricercar C. 215, C. 242/Fantasia C. 227, C. 243/Ricercar C. 222, C. 240/Ricercar C. 217, C.250/Canzon C. 189, C 247, Ricercar C. 218, C. 244/Fantasia C. 53, C 249/Ricercar C. 216, C. 245/Ricercar C. 54, Canzon francese C. 232, Ricercar C. 223, Canzona’s C. 188, C. 231, C. 234,, C. 186, C. 187, C. 235, C. 218, C. 233, Ricercar C. 223, Fuga’s C. 228, C. 55, C. 229, Fantasie C. 194, Jubilate Deo C. 16 (bew.), Cantate Rominum C. 6 (bew.), O doctor optime C. 139 (bew.), O sacrum convinium C. 516. Angelicos cives C. 515, Congratulamini mihi C. 54; Sancta et immacultata virginitas C. 55, C. 153 (bew.), Labra amorosa e care C. 90 (bew.), Exaudi Domine lustitiam meam C. 7 (bew.), Domine, Deus meus, ne, quaeso C. 127 (bew.), Alleluja, quando jam emersit C. C1 (bew.), Ego dixi: Domine miserere mei (bew.), Exultavit cor meum in Domino C. 53 (bew.). Roberto Loreggian (org., kl.). Brilliant Classics 95345 (3 cd’s, 3u. 10’55”). 2016
Giovanni Gabrieli (ca. 1554-1612) was leerling van zijn oom Andrea. Hij vestigde zijn naam toen hij van 1575 tot 1579 was hij lid was van de hofkapel van hertog Albrecht V in München en daar ook leerling van Lasso; na de dood van Albrecht in 1584 werd hij tweede organist van de San Marco in Venetië en tevens gekozen als organist van de Scuola Grande di San Rocco waar hij betrokken was bij het overdadige musiceren op de vele feestdagen en in 1586 volgde zijn benoeming als eerste organist aan de San Marco.
Gabrieli begon zijn carrière als componist van madrigalen, maar zijn activiteiten voor de kerk betekenden dat gewijde muziek een belangrijk onderwerp werd. Hij schreef zowel voor zang ala voor orgel en klavecimbel. Een groot deel van zijn werk verscheen onder de titel Sacrae symphoniae. Het eerste deel uit 1597 bevat zijn werk voor de San Marco, het tweede dat postuum werd uitgegeven in 1615, toont de complexiteit en rijpheid van zijn muziek en lijkt vooral zijn activiteiten voor San Rocco te weerspiegelen.
Deze Gabrieli moet een indrukwekkende persoonlijkheid zijn geweest bij wie velen kwamen studeren, onder meer Hassler en Schütz. Aan die Sacrae Symphoniae besteedde onder andere Paul McCreesh (Archiv 449.180-2) en Timothy Roberts (Hyperion CDA 66908) aandacht..
Hij componeerde talrijke wereldse en geestelijke werken, ook met instrumentale voor- en tussenspelen, grotendeels in zijn bijzondere meerkorige stijl, waarvan de invloed zich vooral tot in Rome en Duitsland uitstrekte. Eeuwenlang waren zijn werken alleen in handschriften te vinden, maar gelukkig verschenen ze intussen ook in druk.Thomas Coryat zei in zijn Coryat’s Crudities in 1611 over Gabrieli: “.. muziek zo goed, zo kostelijk, zo zeldzaam, zo bewonderenswaardig dat ze zelfs betoverde en bedwelmde…”.
Natuurlijk waren Gabrieli’s werken voor toetsinstrument verbrokkeld al wel grotendeels verkrijgbaar, maar deze worp van alle bijeen voldoet in een grote behoefte. Niemand dwingt de luisteraar om er ruim drie uur aan een s tuk naar te luisteren, maar pik nu eens wat voorspelen en ricercare’s uit de collectie en dan weer wat concreter getitelde stukken om de pracht van deze muziek te ondergaan.
Brilliant zorgde voor een historisch geheel verantwoorde reeks uitvoeringen. Roberto Loreggian speelt afwisselend op het Porderone orgel uit de dom in Valvasone en een anoniem Italiaans klavecimbel uit de zeventiende eeuw.