Gade: Cantate Comala op.12. Marie-Adeline Henry (s), Rachel Kelly (ms), Elenor Wiman (a), Markus Eiche (b) met het Deens nationaal symfonie orkest en -koor o.l.v. Laurence Equilbey. Dacapo 8.226125 (49’01”). 2017
In 1847 schreef Niels Gade de ongeveer een uur durende dramatische cantate Comala op tekst van de heldendichten van Ossian over de Schotse strijder Fingal (die ook aanleiding was voor Mendelssohns Hebriden ouverture met iets over Fingals grot op Staffia) en een jaar daarop dirigeerde hij in Leipzig de eerste uitvoering als opvolger van Mendelssohn bij het Gewandhaus orkest.
Deze Comala was de dochter van Sarno en de geliefde van Fingal en Gade beschrijft haar wederwaardigheden. Na aanvankelijk groot succes te hebben geoogst, belandde het werk op de plank en werd pas in 1957 weer tevoorschijn gehaald ter gelegenheid van Gade’s honderdvijftigste verjaardag.
Het blijkt best de moeite waard te zijn en gelukkig krijgt het een in alle opzichten een mooi geslaagde verklanking. Er bestond al een onbekende eerdere opname van dit werk door Frans Rasmussen (Kontrapunkt 32180) uit 1993.