Graupner: Cantates Reiner Geist, laß doch mein Herze GWV. 1138/11, Verleih, daß ich aus Herzensgrund GWV. 1114.16 en Ach Gott, wie manches Herzeleid GWV. 1142/11; Ouverture (Suite) in e voor 2 hobo’s en strijkorkest GWV, 442; Concert voor 2 violen en strijkorkest in g GWV. 334. Dorothee Mields (s), Mónica Waisman (v) met Harmonie Universelle o.l.v. Florian Deuter. Accent ACC 24337 (80’24”), 2017
Zo langzamerhand krijgen we wat beter kijk op de enorm lange reeks van 1400 kerkcantates van Christoph Graupner (1683-1760). Ze zijn gebundeld in groepen van wel vijftig of iets meer in GWV. 1101-1176. Een haast onvoorstelbaar groot aantal, teveel is voor een integrale opname. Er zit natuurlijk veel een cent de el muziek onder.
Als tijdgenoot van Bach en Händel was hij sinds 1709 in dienst van de landgraaf Ernst Ludwig van Hessen en was onder meer verplicht wekelijks een cantate te leveren in Darmstadt. Hij werd daarvoor zo goed betaald, dat hij weigerde de post van Thomascantor in Leipzig te worden en die baan graag aan Bach overliet.
Qua stijl met een opeenvolging van recitatieven en aria’s bevindt Graupner zich hier op de grens tussen barok en galante stijl in de mest wat melancholieke muziek. Het aardige van deze cd is dat we behalve drie cantates ook een zevendelige Orkestsuite en een vierdelig Dubbelconcert te horen krijgen.
Gelukkig weten de uitvoerenden van het kleine, in barokmuziek gespecialiseerde internationaal samengestelde ensemble Harmonie Universelle onder de Duitser Florian Deuter en de Argentijnse violiste Mónica Waisman een juiste koers in deze muziek. Het ensemble is vermoedelijk genaamd naar Mersenne, en bestaat uit 6-2-1-1, fagot, theorbe en klavecimbel/kamerorgel met contrabas met zo nodig hobo en oboe da caccia.
Het aardige van de cd is dat het programma niet beperkt bleef tot drie cantates, maar dat ook plaats werd ingeruimd voor twee instrumentale werken. Het geheel wordt heel geanimeerd en erg mooi afgewikkeld zodat sprake is van een nuttige Graupner aanwinst. Aardig dat deze componist de laatste jaren meer in de verdiende aandacht komt.
Wie ook eens naar eerdere opnames met andere Cantates wil luisteren, kan worden gewezen op een paar andere plaatjes. Zo zong Miriam Feuersinger Angst und Jammer GWV. 1144/11, Furcht und Zagen GWV. 1102/11b, Ich bleibe Gott getreu GWV. 1106/19 en Ach Gott und Herr GWV. 1144/11 heel mooi op Christophorus CHR 77381 en Amaryllis Dieltjens, Lothar Blum, Stefan Geyer boden Die Nacht ist vergangen GWV. 1101/22, Heulet, denn des Herrn Tag ist nahe GWV. 1102/26, Wer da glaubet daß Jesus sei der Christ GWV. 1103/40, Tut Buße und lasse sich ein jeglicher Taufen GWV, 1104/34, Wie bald hast du gelitten GWV. 1109/14, Jauchzet ihr Himmel, erfreue dich Erde GWV. 1105/53, Sie eifern um Gott GWV. 1106/46, Gott sei uns gnädig GWV. 1111/44 en Merk auf, mein Herz GWV. 1111/44 (Ricercar RIC 307, 2 cd’s).