Gaßnann: La contessina oder Die junge Gräfin. Joseph Pichler (bs., graaf Barcelona), Elisabeth Mayer (s., Contessina), Kurt Köller (b., Pancrazzio). Barbara Eisschiel (ms., Lindoro), Susanne Ganglberger (s., Vespina) en Hermann Diller (t., Gazzetta) met het Collegium Praga Aurea o.l.v. Hermann  Dechant. Bayer 100.252/3(2 cd’s, 1u., 47’38”). 1995

De Duits-Boheemse componist Florian Leopold Graßmann (1729-1774) wat zo’n typische toondichter die in zijn tijd aardig populair was, maar na zijn dood snel wed vergeten. Hij was vooral bekend als operacomponist, hoewel van hem op cd ook een Fluitconcert en Strijkkwartetten van hem te vinden zijn.

In Venetië vond hij een ideale voedingsbodem voor zijn operapassie en had hij daar behoorlijke successen mee. Vandaar dat een heel reeks van dergelijke werken ontstond, meestal in commedia dell’arte stijl dankzij zijn samenwerking met Carlo Goldoni: Metrope, Filosofia ed amore, Gli uccelatori, Il viaggiatore ridicolo, L’Olimpiade, La casa di Campagna, Le pescatrice, Un pazzo ne fa canto, Achille in Siro en Cantone in Utica. 

Maar ook La contessina met de bekende liefdesprobleem ingrediënten zoals we die uit vele komische opera’s uit die tijd kennen. Met als dramatische personen een zorgzame vader, een aantrekkelijke dochter die door een Venetiaanse koopman wordt begeerd en kleinere rollen voor haar broer, haar kamermeisje en de huisdienaar. Aan het eind wacht vanzelfsprekend na een aantal verwikkelingen een happy end.

Het blijkt een kostelijke opera te zijn van begin tot eind en de onderhavige uitvoering is zo goed, dat de wens naar meer muziek van Gaßmann opwelt.