Glière: Albumbladen voor cello en piano op. 51 nr. 1-12; Ballade op. 4; Rachmaninov: Cellosonate in g op. 19. Maja Bogdanović en Maria Beooussova. Orchid Classics ORC 100078 (71’03”). 2017
Van de Oekraïnse componist Reinhold Glière, die liefst net als Borodin en Glazoenof in de Russische epische traditie componeerde, zijn voornamelijk zijn Il’ya Muremets symfonie, het Concert voor coloratuursopraan en het ballet De rode bloem bekend, maar van zijn kamermuziek weten we minder.
Dat geldt ook voor zijn twintig Albumbladen uit 1910.
Onder de titel Eastern wind maakte de van origine Servische celliste Maja Bogdanović daar een opname van. Het blijkt te gaan om aardige, vrij romantische miniaturen van een melodieus en innemend gehalte. De nummers 6, 10 en 11 bezitten een licht exotisch tintje dat vooruitloopt op de late volksmuziek exploraties van de componist.
De enige beide andere bekende opnamen van op. 51 zijn van Martin Rummel en Till Alexander Körber (Naxos 8.572713) en van Milana Chernyavska en Ester Nyffenegger (Divox CDX 25254), maar Maja Bogdanović verleent er een rijker en diverser expressie aan.
Dat Rachmaninov in zijn helaas enige Cellosonate uit 1901 zo goed de mogelijkheden van de cello benutte, is ongetwijfeld te danken aan zijn vriendschap met de cellist Brandukov aan wie het werk ook is opgedragen.
Na een korte inleiding speelt de cello ook de belangrijkste rol in het van verlangen vervulde eerste deel. Daarna speelt de pianopartner een dominantere rol en alleen in het prachtige elegische andante laat de cello nog prachtige dingen horen.
Van dit werk bestaan legio opnamen, maar er kan geruststellend worden geconstateerd dat Maja Bogdanović en Maria Beooussova zich goed staande houden tussen groten als Mørk en Tibaudet (Virgin 482.067-2), Starker en Neriki (RCA RD 60598) en Harrell met Ashkenazy (Decca 414.349-2).
Fijn dat de celliste die 16 december 2018 een leuk optreden had in Podium Witteman met Vasks’ Castillo interior uit 2013 om verschillende redenen (haar huwelijk met violist Daniel Rowland, haar samenwerking met pianiste Nino Gvetadze en violiste Frederieke Saeijs in het Arosa trio en haar betrokkenheid bij het Stift Festival) nauwere banden met Nederland aanhaalt.