Gál: Suite concertante voor altviool en orkest op. 102a; Divertimento voor viool en altviool op. 90/3; Altvioolsonate op. 101; Trio voor hobo, viool en altviool op. 94. Hanna Pakkala (va), het Ostrobotnisch kamerorkest o.l.v. Sakari Oramo, Reijo Tunkkari (v), Irina Zahharenkova (p) en Takuya Takashima (h). Toccata TOCC 0535 (81’27”). 2019

Hans Gál (1890 - 1987) schreef nadat hij voor de Nazi’s uit Oostenrijk naar  Edinburgh was geëmigreerd alleen nog werken voor altviool. Het viertal dat hier is samengebracht dateert uit de periode 1941 tot 1969.

Het loont de moeite om goed in detail naar de Suite concertante te luisteren. Deze begint met een lange melodieuze melodie voor de altviool voordat hobo, klarinet en hoorn zich bij hem voegen, gevolgd door celli en bassen pizzicato. Later volgt nog een mooi duo voor altviool en viool. Het tweede dee, ‘Furioso’ heeft een sterk ritmisch en neoklassiek profiel waar tegenover de altviool gewoon lyrisch doorgaat. Het derde deel is heel gracieus.

Dat enige tijd is verstreken in de richting moderne aanpassing, blijkt uit het Divertimento dat in 1969 ontstond met behoud van de lyrische opzet. Met de Altvioolsonate worden we in de tijd teruggebracht tot Richard Strauss inclusief een wals als tweede deel.

Tot slot heeft het Trio iets heel pastoraals, maar ook wat avontuurlijks. Onbegrijpelijk dat dit ooit als Entartete Musik gold. In de verschillende vertolkers vond de componist stuk voor stuk goede pleitbezorgers.